16 november  2024

Winters warmer
Het aantal ijsdagen en koudegetal gehalveerd
De schaalverdeling Hellmanngetal/koudegetal achterhaald
Een nieuwe tabel – met gegevens uit artikel van Tom van der Spek

 

 

Op 7 februari 2021 was het 745 dagen geleden, meer dan 2 jaar geleden, dat er een ijsdag was in De Bilt, dd. 24-1-2019
Een ‘diepte’ record
De volgende ijsdag was 13 december 2022, 668 dagen zaten daartussen.
De laatste ijsdag is nu 17 december 2022
De laatste (de 17e) vorstperiode in de 21e eeuw: 12 tot 18 december 2022
De laatste (en enige) koudegolf in de 21e eeuw: 29 januari tot 12 februari 2012
& aandacht voor 1956

 

Laatste update (tabellen) / opmerkingen over 2024 tot 15 oktober 2024
– De eerste dag met vorst – de 30 jarige normen vanaf 1970 (New)
– Winters zonder ijsdagen en winters zonder matige vorst (New – maart 2024)
Update tabellen warmste wintermaanden
– De winter van 2024 komt in de top 4 zachtste winters sinds 1701. Februari 2024 de zachtste februari maand sinds de metingen vanaf 1706. Na december 2015 zelfs de op 1 na warmste wintermaand. De winter van 2024 was record nat in De Bilt, over de hoofdstations op plaats 2.
Overig
– Update van de tabel vorstperiode 21e eeuw – 19 december 2022
– Diverse tabellen en grafieken over de Winter na de winter van 2024
– Overige grafieken over het koudegetal en vorstsom tot 2024
– Klein foutje hersteld op 26-09-2022 in tabel ‘minimaal 3 dagen op rij met maximum< -5° (in De Bilt)
– Koudste winters op aantal ijsdagen – 2024
– De tijdvakken van 30 jaar: de wintertemperatuur vanaf 1740 (update 2024)
– Samenvatting winter 2024
– Klimaatscenario’s KNMI anno 2023: aantal ijsdagen nog te positief geschat? 

 

De laatste actuele weetjes: zie ‘De laatste weetjes’ (na het weerbericht)
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Het aantal ijsdagen en Koudegetal gehalveerd.
Vooral strenge- , maar ook matige vorst komt minder vaak voor.
In alle grafieken / overzichten komt dat goed tot uiting.

Verderop op de pagina aandacht voor specifieke winters, zoals de winter van 1956 en 1963, naast die vanaf 2010, verwerkt t/m de norm van 2020.

Voor de vorige winters vanaf 2015 ga naar de specifieke jaren, al staan in een notendop ook gegevens vanaf 1942 onderaan deze webpagina.
Naar de pagina Elfstedentocht (met grafieken van de koud getallen winter & seizoen en de vorstsom).
De voor
laatste winter 2023-2024 : link
Weeroverzicht 2024
Actuele winter: Link naar Actuele winter
 of Weeroverzicht 2025

– Op deze pagina o.a. het overzicht van de koudste en warmste winters
– Winter 2020 behoorde tot de 1 na zachtste: December, januari en februari van de winter 2020 staan in de top 30 zachtste wintermaanden vanaf 1901
– Winter 2022 behoorde tot de top 6 zachtste winters, februari 2022 in de lijst van warmste wintermaanden
– Winter 2024 behoorde tot de 4 zachtste, februari was record zacht.

Algemene trend: daling aantal ijsdagen
Het wordt warmer en iets zonniger in de winter. Opvallend is het sterk dalend aantal ijsdagen en het aantal nachten met een temperatuur lager dan -5°C. Bijna schokkend is het om te zien dat in 45 jaar het aantal ijsdagen en het zogenaamde Koudegetal gehalveerd zijn, vergelijk zelf de ’30 jaar norm’ vanaf 1950 tot aan de norm van 2020. Deze eeuw bracht tot nu toe weinig winterse perikelen. Alleen januari 2010 (-0,5°) en december 2010 (-1,1°) van deze eeuw staan in de lijst van de koudste wintermaanden en februari 2012 had een koudegolf. En dan waren er vanaf 12 maart 2013 tot 6 februari 2021 slechts 11 ijsdagen in De Bilt in de winter. Tussen de ijsdag op 29-12-2016 en de voorgaande ijsdag op 23-1-2015 zit 706 dagen, welke een record was  Het nieuw record is 745 dagen: van 24-1-2019 tot 7-2-2021.
De norm van 2010  was 7 ijsdagen in de winter en 8 over het gehele jaar, de norm van 2020 is 6 om 6 geworden. De laatste ijsdag in De Bilt was 24 januari 2019, deze is nu 13-2-2021.
Tussen 10-2-2017 en 28-2-2018 zaten 383 dagen, met op 28-2-2018 -4,6°, welke een dagrecord was.
Op 31-1-2021 vroor het weer eens in Vlissingen, welke 730 dagen geleden was dat Vlissingen een vorstdag noteerde na 1 februari 2019.

Klimaatscenario’s van het KNMI anno 2023 – aantal ijsdagen over het jaar nog te “positief” 
In oktober 2023 kwam het KNMI met overzichten.
IJsdagen: Als je kijkt naar het aantal ijsdagen is de Norm van 2020 al 6,4. Over de laatste 23 jaar en 13 jaar staat het aantal dagen op: 4,9 om 3,6 ijsdagen.
Als deze lijn doorzet is een maximaal aantal ijsdagen voor 2050 te ‘positief ‘ gecalculeerd en wordt de bovengrens van 3,6 mogelijk al in 2030 of 2040 bereikt.

 
(*) Daarvan 5 in de winter van 2017. Deze ijsdagen waren niet opvolgend op elkaar, behalve de laatste 2. De winter van 2018 had er 1, over de periode nov t/m maart: 3.
Bericht over 1947 op 27-6-2016: Eind juni 2016 herijkte het KNMI de temperatuur voor de jaren van voor 1951. Bij controles bleek dat er ook kleine correcties waren over de jaren 1951-1970. Hierdoor wijzigden gemiddelden, de overzichten op de site zijn daarop aangepast. MeteoGroup plaatste een artikel over het hoe en waarom: ‘1947 valt van voetstuk’  Helaas verwijderde de Meteogroup / Weer.nl ook deze pagina van hun site?! Hierbij mijn pagina: 1947 valt van voetstuk


Enkele cijfers in tabellen / grafieken – De Bilt

  • De Winters vanaf 1701 t/m 2024 
  • De gemiddelde temperatuur per eeuw 
  • De tabel Winters over de 5 hoofdstations

De cijfers van de winters t/m 2024 –> 2024 zeer zacht en zorgde) voor een verder oplopend gemiddelde.
Winter 2024 zeer zacht, in de top 4 zachtste met 6,28°. Ook nog eens record nat. Februari 2024 de zachtste ooit sinds 1706.
‘Climate Paris Norm’ 1850-1900 – Winter in De Bilt: 2,2
°

Gemiddelde temperatuur per eeuw van de winters
Ten aanzien van koudste en warmste winters vanaf het jaar 1701 tot 1901 geldt ‘de omgeving van De Bilt’.
Voor 1901 was het meetstation op verschillende plaatsen in de buurt van het huidige in De Bilt, bebouwing is mede één van de redenen. De gegevens komen o.a. van de site ‘Wintergek
‘.
Over de periode 2001 tot 2022 een gemiddelde temperatuur van 4,2° in de winter, dat betekent 2 graden warmer in De Bilt dan de klimaatnorm (2,2°) van ‘Parijs’.
Na de winter van 2023 staat het gemiddelde over de 21e eeuw op 4,22°.
Na de winter van 2024 staat het gemiddelde over de 21e eeuw op 4,3°. 

 

Hieronder de gegevens over de hoofdstations tot 2024

Bovenstaande tabel opgemaakt uit de gegevens van de site van de heer Schaap en zelf aangevuld met de gegevens van de huidige winters: zie ook mscha.org/KNMI/winter

In 70 jaar, tussen de norm 1950 met de norm van 2020 
– Daalt het aantal ijsdagen van 13 naar 6
– Daalt het aantal vorstdagen < – 10° van 5 naar 1
– Daalt het aantal vorstdagen < – 5° van 17 naar 9
– Het Koudegetal daalde van ruim 90 naar net 40 (zie ook in het artikel over de Elfstedentocht).
– De gemiddelde temperatuur stijgt van 2 naar 3,9℃ (norm 2020)
– Gemiddelde laagste maximum per jaar in 2085 naar 0,0℃ ? Lees artikel verderop.

De grafieken na de winter van 2024, in 2023 met 33 vorstdagen en 2 ijsdagen.
De winter van 2024 slechts 22 vorstdagen en geen ijsdagen.

Hieronder de grafiek van de temperatuur in de winter – laatste 70 jaar.
De dikkere lichtgroene lijn is het ‘standaard etmaal gemiddelde’.
De grafiek na de winter van 2024 –
De Trend: De Winter in Nederland tegenwoordig > 2 graden warmer dan de klimaat norm van Parijs

Hieronder nogmaals het etmaal gemiddelde (en het gemiddelde minimum) vergeleken met de ‘Klimaatnorm van Parijs’ (2,2°).
Opvallend: zelfs het gemiddelde minimum na de winter van 2024 over de periode 2001 – 2024  (1,9°) kruipt naar de 2 graden, welke dichtbij het etmaalgemiddelde is van de Klimaatnorm van Paris.

 

Er kan ook gekeken worden naar de gemiddelden van de 5 koudste winters per tijdvak 30 jaar, anno 2024.
Kijkend naar het onderstaand overzicht, samen met de periode 2001-2022, is de opgaande trend helemaal goed te zien, vooral als je kijkt naar de minimum temperatuur.
Er zijn tenslotte minder echt koude winters en 2021, 2022, 2023 en 2024 behoren ook tot (heel) zachte winters, waardoor de onderstaande grafiek niet aangepast hoefde te worden.

De temperatuur in de winter 1701-2024
2020 6,40°, welke een top 2 plaats is in de lijst van warmste winters vanaf 1701
2021 4,39°, welke plaats 37 is
2022 5,81°, welke plaats 6 is
2023 5,11°, welke plaats 17 is
2024 6,28°, welke plaats 4 is

De tijdvakken van 30 jaar voor de wintertemperatuur vanaf 1740
Inclusief de lijn van de ‘klimaatnorm Parijs’, periode 1850 – 1900 (2,2°) én ’tijdvak 2030′ (periode 2001 -2022
)
Periode Norm 1981 – 2010: 3,2°
Periode Norm 1991 – 2020: 3,9°
Periode 2001 – 2022: 4,2° , welke 2 graden warmer is dan de ‘klimaatnorm van Parijs’
Periode 2001 – 2023: 4,22°
Periode 2001 – 2024: 4,3°

Het overzicht van de koudste winters –  februari 1956
Het KNMI meldde onder hun kopje ‘Winter door de jaren heen’ over het aantal strenge winters (*) per eeuw. Dat zijn winters met een etmaal gemiddelde < 0℃.
18e eeuw: 14
19e eeuw: 13
20e eeuw: 8 (laatste in 1996: -0,2℃)
21e eeuw: 0

(*) Hierover een opmerking – 1956
Het is moeilijk een ‘strenge winter’ te definiëren. Volgens het Hellmann Getal moet dit 300 punten zijn, maar dan is bijna niet één winter streng. Daarnaast zijn er maanden, zoals die van februari 1956, die erg koud waren. Echter, de winter van 1956 voldoet niet aan streng, terwijl de etmaal temperatuur voor februari -6,7℃ was, wat het maandrecord is vanaf het jaar 1824, met een koude getal van 202!! Op 16 februari vroor het in De Bilt 21,6° en in Uithuizermeeden werd -26,8° gemeten.
Er moet ergens een lijn getrokken worden, maar dit soort winters zoals die van 1956 behoren voor mij ook tot ‘streng’, zeker als je 1956 met 1996 vergelijkt. 1996 kwam over de gehele winter “maar” tot 145 koude punten. Anderen spreken dan ook van een strenge winter als het koudegetal minimaal 200 is. Tom van der Spek kwam met een nieuwe manier van kijken op ‘158’, zie uitleg iets verderop op deze pagina, waarbij de schaalverdeling van het Koudegetal (Hellmanngetal) onder de loep wordt genomen.

Extra informatie over februari 1956: zie verderop op deze pagina en via de volgende links:
In het Duits van ‘Kachelmannwetter’:
februari 1956 (foto 1 : Rijn bij Mainz, foto 2: auto rijdt over de Gouwzee Noord-Holland) of lees het artikel van het KNMI: februari 1956 – KNMI of van MeteoLink: februari 1956 – MeteoLink

foto 1 : Rijn bij Mainz & foto 2: auto rijdt over de Gouwzee Noord-Holland

De gemiddelde winter temperatuur lag in de 20e eeuw rond 2,6 ℃ . In de 18e en 19e eeuw lag dit rond 1,9℃, aldus het KNMI. Dat ligt een stuk lager dan de huidige 3,9℃ , gezien over de periode 1991-2020!
Strenge winters ( koudegetal > 200), vanaf 1684
[1684] [1709] [1740] [1784] [1789] [1795] [1823] [1830] [1838] [1845] [1855] [1891] [1895] [1929] [1940] [1942] [1947] [1956] [1963] en [1979]
via wetenschap.infonu.nl – Enkhuizer Almanak & KNMI

De winter van 1890-1891 heeft het langste geduurd met een vorstperiode van circa 60 dagen. In 1962-1963 was de koudste, na 1830, met een gemiddelde wintertemperatuur van -3°. De laagste temperatuur in Nederland ooit, werd geregistreerd te Winterswijk, Gelderland, op 27 januari 1942. Het werd toen -27,4°.

Aantal maanden met etmaalgemiddelde < 0°C , in de 21e eeuw alleen 2x in 2010
Geen verandering na de winter van 2022, 2023 en 2024

De tabel geeft goed aan dat er niet veel vorst is deze eeuw. De laatste maand waarbij het etmaalgemiddelde <0° lag is december 2010. Het werd toen -1,145° wat de 21e plaats is voor december vanaf 1701 en plaats 5 vanaf 1901. De andere maand uit deze eeuw is januari 2010. De koudste maand vanaf 1707 is januari 1823 met ongeveer -7° (al heeft hier geen herijking van 2016 over plaatsgevonden). Februari 1956 staat met -6,7° op plek 2. De gegevens over de periode 1701 t/m 1900 zijn o.a. van het KNMI en de site van Wintergek, site: Wintergek. Over de periode vanaf 1901 tot heden komen de gegevens van de heer M. Schaap & het KNMI. 

 

Een nieuwe schaalverdeling van het Hellmanngetal 

De ‘nieuwe’ vorstsom & herwaardering van het Koudegetal volgens de tabel ‘Franks Wintergetal’
Met dank aan Tom van der Spek : artikel op 17-2-2016 (KNMI) 
Een willekeurige winter moet heel wat vorst opleveren om als ‘streng’ betiteld te kunnen worden. Kijkend naar de gegevens van De Bilt noemen wij de tien koudste winters die in het tijdvak 1901 t/m 2000 zijn voorgekomen ‘streng’, dan moet een strenge winter tenminste 158 Hellmann punten scoren’, aldus Tom.

Zelf vond ik in mijn tienerjaren al dat de marge voor een normale winter tussen 40 en 100 veel te groot is. Als extra argument is aan te voeren dat waarden tussen 80 en 100 vaak een aardige winter weergeven, kijk maar naar de winter van 2010 en 2012 met 94,7 om 88,4, of die van 1969. En dan heb ik het nog niet over de zeer koude maand februari 1956 die al eerder besproken werd.

Tom schreef verder:
‘Als wij stellen dat van iedere honderd winters er 40 aan de koude kant zijn en 40 aan de zachte kant, dan zijn er 20 winters ‘gemiddeld’. Voor De Bilt houdt dat in dat voor een gemiddelde winter van de 20e eeuw het een Hellmanngetal tussen de 35 en 73 oplevert en een vorstsom tussen 169 en 239 punten’, aldus Tom. Dat lijkt mij zeker een (meer) evenwichtige norm om aan te houden.

Een meer evenwichtige tabel van het Koudegetal – Hellmanngetal:
de nieuwe waardering van het koudegetal

Op de manier van meten zoals Tom het beschreef zou je een nieuwe tabel kunnen aanhouden. Deze is er niet, dus maakte ik er zelf één, publicatie eind 2016. Kijkend naar de ijskoude maand februari 1956, met koudegetal 202 of naar de winter van 1979, is deze tabel gerechtvaardigd en zeker meer in balans. Zeker ook als je kijkt naar de lijst top 25 koude getallen.

2-top-10-koudegetallen

Ook voor de Vorstsom een aanpassing
Voor de vorstsom geldt dan ook een nieuwe grens, die van 431 punten voor een strenge winter, aldus Tom.
Ook daar ga ik in mee. De vorstsom is de som van alle negatieve minimum- én maximumtemperaturen, met weglating van het minteken.

Hieronder de top koude- en recente winters met hun vorstsom, met daar achter het koudegetal over periode november t/m maart. (*) = met herijking vorstsom in 2016. 
Vorstsom om Koudegetal:
1929: 595 (*) om 225 (februari ’29: 335 om 157)
1940: 669 (*) om 294  (januari ’40: 354 om 173)
1942: 787 (*) om 334  (januari ’42: 375 om 182)
1947: 732 (*) om 348 (februari ’47: 312 om 156)
1956: 527 (*) om 223 (februari ’56: 425 om 202) 
1963: 800 (*) om 337  (januari ’63: 358 om 164)
1964: 349 (*) om 112
1968: 209 (*) om 46
1969: 309 (*) om 96
1970: 419 (*) om 141
1971: 288 (*) om 100
1979: 493 (*) om 206
1982: 360 om 127
1985: 476 om 194
1986: 395 om 149
1987: 426 om 152
1996: 421 om 151
1997: 326 om 132
2010: 288 om  95
2012: 220 om  88
2013: 262 om  73
2014:   25 om   0
2017: 168 om  36
2018: 142 om  34
2019:   68 om  12
2020:   44 om  0,1
2021:  144 om  36
2022:    74 om  7
2023:   126 om 22
2024:    60 om 16 

Vorstsom om Koudegetal 5 koudste decembermaanden:
1933: -2,05° : 181 om 81
1969: -1,70° : 178 om 75
1950: -1,20° : 165 om 61
1927: -1,16° : 160 om 71
2010: -1,15° : 163 om 60

Hieronder de grafiek van de Vorstsom ( periode november – maart)  tezamen met het Koudegetal vanaf 1902.
Periode 1902 – 2024 (inclusief de herijking uit 2016)

Hellmanngetal en vorstsom : tot aan de ‘winterperiode’ van 2024

Vorstsom om Hellmann getal laatste 4 jaren, periode november / maart
2021: 144 om 36
2022:   74 om 7
2023:  126 om 23
2024:  60 om 16

De grafiek na de winter van 2024 (de periode 1 nov. 2023 – 31 maart 2024): vanaf 1950 met de 30 jarige norm met de trend naar 2030 / 2040.
De ‘winter van 2023 en 2024’ maakten onderstaande grafieken niet rooskleuriger (die na 2024 en die na de winter van 2023).

De Wintermaanden: de verschillen tussen de 30 jarige periode van 1990 met die van 2020
In de onderstaande tabel wordt per dag het daggemiddelde getoond, voor zowel van het maximum-, etmaal- en minimumgemiddelde.
Als je kijkt naar de periode 1961-1990 en die van 1991-2020 vallen er een paar dingen op.
Maximum gemiddelde: steeg van 5,3 naar 6,5°
1990 om 2020: van de 90 dagen steeg het aantal dagen van meer dan 6 graden van 24 naar 64 dagen.
Etmaal gemiddelde: steeg van 2,7 naar 3,9°
1990 om 2020: van de 90 dagen steeg het aantal dagen van meer dan 3 graden van 36 naar 81 dagen.
Minimum gemiddelde: steeg van -0,1 naar 1,1°
1990 om 2020: van de 90 dagen daalde het aantal dagen waarbij het minimum onder 0° lag van 44 naar 10 dagen. 

’Etmaalgemiddelde van de 30 jarige norm van 1990  in delen gelijk aan het minimumgemiddelde van de norm 2020’
Er valt iets op als je naar bepaalde perioden kijkt in de winter, zie de omlijnde tijdvakken.
* De maand december: de maand is over het geheel genomen ongeveer evenredig warmer geworden, met 1 graad.
* Januari: over de periode 4 t/m 20 januari was het etmaalgemiddelde 2,4 graden warmer, namelijk 1,6° om 4,0°.
Anders uitgedrukt: het etmaal gemiddelde over deze periode van 1990 was bijna even koud als het minimum gemiddelde van 2020 over deze periode!
* Januari / februari: over de periode 21 januari t/m 10 februari was het verschil slechts 0,2°.
* Februari: over de periode 11 t/m 28 februari was het etmaalgemiddelde over de norm van 2020 1,9 graad hoger dan die van 1990.

 

Wat is een vorstperiode, samen met de laatste koudegolf van 2012
Er is sprake van een vorstperiode als er in een aanhoudende periode minimaal vijf dagen op rij zijn met negatieve etmaalgemiddelden waarbij er minstens 16 koude punten bijeen worden gesprokkeld. Die 16 punten geeft de grens aan waarbij er op redelijk aantal plaatsen op natuurijs geschaatst kan worden. In de 20e eeuw waren er 121 stuks, met een totaal gemiddelde koudegetal van 47 per vorstperiode. In de 21e eeuw zijn dat er tot nu toe 17 stuks, wat nog meevalt als je kijkt naar de opwarming van de aarde, al is het gemiddelde koudegetal ‘maar’ 30 per vorstperiode. Met een lager getal minder kans op ijs in grotere en diepere wateren. In december 2022 viel de laatste vorstperiode te noteren. Ter vergelijking is de periode van de laatste Elfstedentocht van 1997 meegenomen. In de winter van 2012 was de laatste koudegolf. Bij een koudegolf moet de dagtemperatuur minimaal 5 dagen op rij onder 0° liggen waarbij het minstens 3 nachten streng vriest (<-10°).
KNMI’s lijst: de link koudegolven


Vorstperioden in de 21e eeuw – De Bilt
De 17e vorstperiode van de 21e eeuw opgenomen in het overzicht op 19 december 2022
In de 20e eeuw waren er 121 vorstperioden. 30 jaar geleden was het gemiddelde 1,4 vorstperioden per winterperiode, tegenwoordig is dat rond 0,6. 

Overzicht van jaren met koude perioden met minimaal 3 dagen op rij met
3 dagen maximum < -5°
3 nachten zeer strenge vorst
3 nachten strenge vorst

Veel jaren hebben geen Elfstedentocht, maar hebben soms toch ook een (korte) periode waarin het koud is of dat het maximum een aantal dagen achtereen onder de -5° blijft. Welke jaren zijn dat?
Opvallend is dat in deze eeuw alleen 2012 in deze onderstaande overzichten staat. In het lijstje met 3 nachten zeer strenge vorst op rij moeten wij zelfs terug naar 1979.
Het 1e overzicht geeft de jaren aan waarin de maximum temperatuur minimaal 3 dagen op rij onder de -5° blijft, met daarnaast de jaren waarin de minimum temperatuur minimaal 3 nachten op rij onder de -15° is.
Overzicht 2 geeft de jaren aan waarin de minimum temperatuur minimaal 5 dagen op rij onder de -10° is.
Onderstaande vermelde temperaturen zijn natuurlijk van De Bilt. Aan de kust vriest het veelal minder hard, in het binnenland meestal langer en strenger.    


foutje hersteld op 26-9-2022:  5,7 op 31-12-1996 moest natuurlijk -5,7° zijn
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —

 

De top 10 koudste wintermaanden per maand vanaf het jaar 1707
De gegevens voor 1901 zijn bij benadering en komen gedeeltelijk van ‘MeteoLink’ en ‘Wintergek’. Deze metingen zijn uit de “omgeving” van De Bilt en zonder de herijking uit 2016.

Tabel: De koudste winters vanaf 1902 – 2024 met de normen van 30 jaar 
Gesorteerd op het Koudegetal: periode november / maart. 
2e overzicht: gesorteerd op aantal ijsdagen in de winter
Update Vorstsom 1963: 800
Update vorstsom / vorstdagen volgt na de maand maart 2024 – winter 2024 record nat

1996 en de temperatuur:
In andere overzichten staat soms -0,1° vermeld bij 1996 en 0,0 bij 1941 en 1956.
Zelf houd ik het daggemiddelde aan, rekening houdend met het aantal kalenderdagen (en schrikkeljaar). Zo kwam 1996 aan -0,2°, daar het daggemiddelde op -0,156° uitkwam.

Het gemiddelde berekend:
Verschillende sites geven voor 2017 een temperatuur van 3,8° aan. Zelf reken ik met de methode: (december * 31 dagen + Januari * 31 + februari * 28) / 90 = 3,72° , in jaren zonder schrikkeljaar.
De maanden afgerond op 3 decimalen achter de komma. Deze maandcijfers komen van de site van Mscha en worden door mij aangevuld en over deze eeuw ook zelf berekend.

Vanaf 2085 in de winter een gemiddelde laagste maximum temperatuur >=0,0°C
Per kalenderjaar bekeken waarschijnlijk nog niet, maar het KNMI kwam begin 2018 met een “mooie” prognose: ‘de gemiddelde laagste maximum temperatuur per winter ligt in 2085, gemeten over 30 jaar, op 0,0°’! In 1970 was dit cijfer nog -4,7°, de norm van 2020 staat op -2,4° , zie ook de gegevens in 8e kolom in de bovenstaande tabel t/m 2022. Als de reeks doorgetrokken wordt dan lijkt de prognose van het KNMI, door ingeving van de klimaatverandering, een goede prognose, als de temperatuurstijging niet een halt wordt toegeroepen. Artikel KNMI: Koudste dag

Tabel: De koudste winters vanaf 1902 tot 2024
Gesorteerd op aantal ijsdagen, alleen 2010 uit deze eeuw hoog in de lijst-
De lijst is niet meer aangepast na 2022 omdat de laatste winters erg zacht waren

Gemiddeld aantal vorstdagen per maand
De Bilt en het aantal vorstdagen anno ‘norm 2010’: oktober 2, november 5, december 13,  januari 13, februari 13, maart 8 en april 4.
De Bilt en het aantal vorstdagen anno ‘norm 2020’: oktober 1, november 5, december 11,  januari 12, februari 12, maart 8 en april 4.
Voor de winter staat het gemiddelde voor ‘de norm van 2010’ op 38, de ‘norm van 2020’ is 35.
Voor december bekeken: het 30 jarig gemiddelde van ‘1 jaar terug’ (12,46 over de periode 1980-2009).

De eerste vorstdag tot aan de norm van 2020 niet veel veranderd 
Al loopt het aantal vorstdagen terug, opvallend is dat de eerste vorstdag vooraf aan het winterseizoen de laatste 50 jaar niet veranderd is, al lijkt de datum nu later in het seizoen te komen liggen.


Tabel: Warmste winters : 1902-2024
De winters van 2019, 2020, 2021 en 2022 staan in de lijst, 2023 staat ook in deze lijst met 5,1°. 2024 in deze lijst, op plaats 4, met 6,28°.
Op de lijst natste winters staat 2024 op plaats 1

Tabel: De koudste wintermaanden vanaf 1901 tot 2024

De ‘Elfsteden maanden’ in grijs aangegeven, tabel gesorteerd op Hellmanngetal
Februari 1956 met 30 koude ‘max/min/etmaal records’ & december 2010 was de laatste maand met een gemiddelde <0°
De tabel is na de winters van 2022, 2023 en 2024 niet veranderd 

Tabel: De warmste wintermaanden vanaf 1901 tot 2024
December 2015 record warm zonder vorstdagen, met 18 warmte records, voor maximum, minimum en etmaal ieder 6 stuks.
December 2018 in de lijst. De warmste maand over de periode 1701 t/m 1900 is december 1853 met ongeveer 7,2°
Uit de winter van 2020 staan december 2019 + Januari & februari 2020 in de lijst. Februari 2022 staat op plaats 9 in deze lijst.
Ook januari 2023 en december 2023 staan erin, met 142 mm de natste januari voor De Bilt in 2023
Februari 2024 is na december 2015 de warmste wintermaand met 8,18°

Tabel: De warmste wintermaanden De Bilt vanaf 1701
Met december 2023 en met februari 2024

Tabel: Winters zonder ijsdagen en winters zonder matige vorst – De Bilt vanaf 1902

‘Warmere winters, vogels in beweging’
Het KNMI plaatste begin 2019 een kort bericht over de trek van de vogels, veroorzaakt door de klimaatverandering en de daarmee samenhangende warmere winters.

Winters en wintermaanden met hoogste & laagste luchtdruk
Het overzicht is tot de winter van 2020.
Op 19 en 20 januari 2020 was de luchtdruk erg hoog in Nederland. Op de 19e was het uur gemiddelde in de late avond 1047,2 hPa, welke een 6e plaats is (het daggemiddelde werd 1040,2 hPa). 20 januari kwam aan 1048,0 hPa (top 3). En 20 januari kwam voor het etmaalgemiddelde ook in de top 3 met 1046,7 hPa. De laatste aanpassing was op 2 november 2023, in de lijst laagste luchtdruk over een uur.   

 

De befaamde winter van 1978-79
Link naar Winter 1978-79 : Weet u nog waar u was op 30 december 1978? Op die pagina wordt er ook aandacht besteed aan sneeuwval en sneeuwdekdagen.

Toplijst KNMI koudste winters vanaf 1901
De natste, droogste, zonnigste warmste en koudste winters: Winter cijfers KNMI
Hieronder dit overzicht met iets meer informatie over de koudste winters, vanaf 1901 tot 2024.

Naar Actuele winter of voor specifieke informatie over de winters vanaf 2012 naar Jaren , of de voorlaatste winter naar 2023

Eens in de 50 jaar nog maar een Elfstedentocht?
Naar Elfstedentocht (met overzicht koudegetallen)

Enkele bijzondere feiten over de winters
Periode 2014-2017: Hellmann getal over 4 aansluitende seizoenen record laag
Het laagste Hellmanngetal over de periode november / maart was 85 over de jaren 2004 t/m 2007 opgeteld. Het totaal van 2014 t/m 2017 is 53,4. Dat is een absoluut dieptepunt vanaf de metingen sinds 1901.

2024: record nat, erg zacht (top 4) en vrij somber – zonder ijsdagen, wel met 5 stormen 
Stormen Elin, Pia, Gerrit, Henk, Isha, Jocelyn en Louis.
Eind november 2023 werd het frisser. Op de 24e viel de 1e sneeuw van deze winter in Kerkrade (L). Op 3, 4 en 5 december viel er sneeuw in Noordoost (en in delen van Oost) Nederland bij temperaturen rond 0°. Veel sneeuw lag er niet. In grote delen van Nederland viel alleen sneeuw op de 3e. Daarna was het zacht tot aan het nieuwe jaar. Januari startte nat en zacht met storm Henk op de 2e. Na 5 dagen was er al 62 mm gevallen.
Vanaf 6 januari startte een koude- (“vorst”)periode, in De Bilt vanaf 7 januari. In Scandinavië werd het plaatselijk -43,6° op 3 januari, de laagste temperatuur voor januari deze eeuw. De laagste gemeten temperatuur in Zweden ooit was -52,6°, in februari 1966. In Finland (te Enontekiö) werd het op 6 januari -44,3°, de laagste temperatuur in deze eeuw in de ‘Noordse Landen’. Temperaturen van -25 graden overdag tot -40 graden ’s nachts waren in sommige delen van Scandinavië, Finland en het westen van Rusland geen uitzondering in de eerste dagen van het nieuwe jaar.
Van 7 tot 11 januari was het koud met 3 nachten met matige vorst. Het was geen vorstperiode want het koudegetal was 10,3, het minimum daarvoor is 16.
Ook van 15 tot 20 januari was het aan de koude kant, op 18 januari werd het -10,4° te Ell (L), er lag een sneeuwdek. Op 17 februari viel er 20 cm sneeuw in Zuid-Limburg.
Vanaf 22 januari was veelal zacht, met wel lichte nachtvorst op 27 en 28 januari. GB noteerde op 28 januari in het Schotse Kinlochewe door föhn werking een januari record van 19,6°. Op 8 februari was het temperatuurverschil 24 graden tussen Scotland en Zuid-Engeland (van -12° naar +12°). Dagrecords op onder andere 15 en 17 februari.
Regen kon het, zeker in december en februari. In februari waren er 19 dagen waarop meer dan 1 mm neerslag viel, normaal is dat 11. De winter van 2024 was dan ook de natste ooit met 347 mm. Februari was record zacht, metingen vanaf 1901, met 8,18°.
Het aantal dagen met nachtvorst lag erg laag, 22 tegenover 35 normaal. Er waren 11 warmte dag (etmaal en minima) records, waarvan 7 in februari, welke veel is.
Verdere informatie over deze winter, zie weeroverzicht 2024

2023: Van fris met 2 ijsdagen naar zacht na vorstperiode in december 
Even leek het er op dat deze winter fris zou verlopen maar opnieuw ging dat niet door. Met 17e vorstperiode in de 21e eeuw was het in december eerst vrij fris mede door een hoog boven Scandinavië en later ook boven IJsland. Na de vorstperiode vanaf 12 tot 18 december kon het eind december mogelijk opnieuw kouder worden, maar het werd juist zeer zacht. Op de 14e december werd het -7,7°, in Eelde -10,6°. De neerslag hoeveelheden en zonuren waren vrij normaal over de winter. Januari startte record zacht, op 1 januari na een record warme oudejaarsdag. Daarnaast was de eerste helft van deze maand erg nat, De Bilt was record nat met 142 mm. Februari was droog met hoge barometerstanden (top 7 voor februari). Een winter als deze was in de vorige eeuw nog uitzonderlijk zacht, nu is ze al “bijna normaal” met 5,1°. Ze kwam op plaats 17 uit op de lijst warmste winters vanaf 1701. Januari kwam in de top 32 warmste wintermaanden, gemeten vanaf 1902. De 1e decade / 1e helft van januari 2023 was de warmste ooit.
Het aantal dagen met nachtvorst was vrij normaal, gemeten naar de standaard van 2020. Er waren 10 warmte dag (etmaal en minima) records, welke vrij veel is. Juist op 31 december en 1 januari was het record zacht. Het record van 31 december 2021 was 14,4°, het werd nu 15,9°, in Ell (L) werd het 17,6°. Het was nog nooit zo zacht in de maand december.
IJzel: In de avond van 25 en de nacht naar 26 januari ging regen in de zuidoostelijke helft van Nederland gepaard met ijzel. Plaatselijk leidde dat tot gladheid, waarvoor het KNMI in de vroege ochtend van 26 januari voor het zuidoosten Code Oranje uitgaf.
Verdere informatie over deze winter, zie weeroverzicht 2023

2022: Van zacht naar zeer zacht (plaats 6), zonder ijsdagen en met 4 stormen, 3 op rij 
Er werd vooraf door meerdere weermannen/weerdiensten ‘aangenomen’ dat er koude perioden zouden komen in januari en februari, maar daar kwam niets van terecht. Zowel december, januari en februari waren zacht, februari was zelfs zeer zacht (top 4). De winter eindigde met 5,8° in De Bilt en ook over de Hoofdstations gemeten in de top 6. Opvallend was Oud en Nieuw, met datumrecords. Het  was nog nooit zo zacht bij de jaarwisseling. De zon scheen niet te veel en de winter was in eerste instantie redelijk droog, maar na februari niet meer, want februari was heel nat in het land (4e plaats). Vorst was er niet of nauwelijks, december had nog 2 nachten met matige vorst, maar februari had slechts 5 vorstdagen tegen 11 normaal. Ook sneeuwval was er niet, op een paar natte sneeuwvlokken na op enkele dagen in december. Februari viel op met 2 erg natte dagen, op de 20e viel 34 mm in De Bilt, op de dag van de 3e storm Franklin. Op de 16e was er storm Dudley en de 18e de zware storm Eunice. Eunice zorgde voor 4 slachtoffers door omvallende bomen en ze staat 15e op de lijst zware stormen vanaf 1910. Verdere informatie, zie ook weeroverzicht 2022
2021: Van zacht naar ‘fris’ en dan uiteindelijk zacht 
De winter van 2021 startte zacht, na de natte december stond ze 13e op de lijst zachte winters. Januari was niet bijzonder, de zon scheen weinig. Er was wel sneeuwval in januari in zuidelijk Limburg, 2x zelfs. Mensen reisden zelfs af naar Zuid-Limburg om de sneeuw te zien. De temperatuur schommelde wel stevig in januari, al kwam het op enkele losse nachten na waarin het matig vroor, niet echt tot vorst. Gaat het dan toch nog vriezen zo werd er gezegd, al gebeurde er niets in januari. En toen kwam de winter dan toch even om de hoek kijken in februari met een vorstperiode van 7 t/m 14 februari met daarin 7 ijsdagen en 9 sneeuwdekdagen. Eerst werd verwacht dat de vorst langer aan zou houden, maar een week later bleek het ‘omgekeerde’, het werd zeer zacht. Op de 21e februari werd het al 16,9° in De Bilt, een datum record, er volgenden er nog 3 op rij. Ze eindigde met 4,39° op plaats 35 om plaats 19 warmste winters vanaf 1701 om 1902. Verdere informatie, zie weeroverzicht 2021
2020: zeer zacht (2e plaats achter 2007), zonder ijsdagen
De winter van 2020 startte zacht en bleef zacht. December was zonnig, maar januari en februari waren vrij somber. Sneeuwval was er niet, of het was tijdelijk in Groningen of op de Vaalserberg. Eind februari viel er ’toevallig’ enige sneeuw en werd het vooral wit in Zuid-Limburg. De sneeuw was snel weg. De gemiddelde temperatuur kwam uit op 6,40°, waarmee ze dan tot de top 2 zachtste winters behoort sinds 1701. Vooral februari was erg zacht en erg nat: top 4 warm van alle wintermaanden vanaf 1701 en plaatst 2 natste vanaf 1906.  In maart was de minimum temperatuur lager dan in alle wintermanden. Verdere informatie, zie weeroverzicht 2020
2019: zacht met 2 ijsdagen
De winter van 2019 startte zacht en somber, de gemiddelde etmaal temperatuur voor de 1e decade van december was 8,5° (normaal rond 4,2°). Met 6,1 graden kwam december in de lijst van warmste wintermaanden. Van 18 t/m 25 januari was het aan de koude kant, met 2 ijsdagen en 4 sneeuwdekdagen, maar het kwam in De Bilt niet tot een vorstperiode met een koudegetal van 11. Het werd 5,22° in de winter van 2019, welke een top 9 warmste notering werd vanaf 1901 en in de top 12 gerekend vanaf het jaar 1701. Op 10 februari viel er ruim 30 mm, de 1 na grootste hoeveelheid voor februari. Vanaf 14 februari werd het heel zonnig, de maand kwam op plek 3, en de laatste decade was erg zacht. Op 26 februari werd het 18,9°, een maandrecord voor februari, waarbij het 20,5° werd op de 27e in Arcen. Verdere informatie, zie weeroverzicht 2019
2018: zeer zware storm, 1 ijsdag, 3,8° (norm 3,4°), met koud eind
2018 was zacht, zonnig en nat, al was februari droog en koud. Het koudegetal van 32 zegt genoeg. Eerst was ze somber, maar na februari zonnig. De zon scheen bijna niet in december, ze eindigde met 24,7 uur in de top 11 voor de maand december (1974 staat 10e met 24,5 uur). De week voor de Kerst scheen de zon op veel plaatsen geheel niet (De Bilt, 5 dagen op rij vanaf de 21e tot aan 1e Kerstdag). Op 10 en 11 december viel er op uitgebreide schaal sneeuw (op veel plaatsen lag meer dan 10 cm). In het zuiden dooide die bijna direct op beide dagen weg, terwijl in Hoog Soeren op de 16e nog sneeuw lag, maar daar viel 35 tot 40 cm. In januari waren er 3 stormen, waarvan die op de 18e januari tot de sterkste behoorde van de laatste 40 jaar, tevens behoorde januari tot de 10 zachte januari maanden, zie weeroverzicht 2018
De koudste periode van de winter werd de laatste week van februari. De laatste decade van februari was -2°, norm 3,8° en was de koudste sinds februari 1986 toen de Elfstedentocht werd gereden. Omdat februari erg zonnig was (de zonnigste met 159 uur sinds 1901) werd de winter toch niet somber, zelfs aan de zonnige kant.
De totalen:
Neerslag totaal: al 268 mm tegen 203 normaal over de gehele winter (top 16 plaats). December was erg nat in het westen en midden van het land, er viel daar tussen 140 en 170 mm. In De Bilt viel in december 162,5 mm, welke een 5e plaats was. Landelijk voor de winter: 244 tegen 208 mm normaal. Januari kwam in de top 10 zachtste.
Zonuren: 231 uur (tegen 198 normaal), plaats 11. Landelijk 244 tegen 196 uur normaal.
Aantal vorstdagen was 33 voor de maanden dec/feb: 6-4-23, de norm 38 in 2010. Over de periode november/maart 48: 4-6-4-23-11, de norm is 52 in 2010. De vorstsom in De Bilt kwam uit op 141,5 (norm 195) met het Hellmanngetal van 34,1. Het laagste minimum was -8,5° (28 feb), Twente noteerde -9,6° op de 8e en 27e februari. Eindhoven kwam aan -10,1° op de 27e. Nieuw-Beerta op de 28e -10,2° en Woensdrecht kwam aan -10,5°.

2017: vrij normaal: zowaar 5 ijsdagen, hoge luchtdruk en 3,7° (norm 3,4°)
Met 36 koude punten was deze winter met de nieuwe rekenwijze weer eens ‘normaal’. De winter had 5 ijsdagen (Schiphol 6 en Twente 7) en had zowaar het normale aantal vorstdagen van 11 stuks onder -5°. Bijzonder was dat het op 29-12-2016 706 dagen geleden was dat er weer een ijsdag was, de dag daarvoor was 23 januari 2015. Het vorige record zonder ijsdagen was 683 dagen over de periode 11 maart 2013 tot 23 januari 2015. Beide genoemde records geldend voor o.a. De Bilt en Haarlem. De winter van 2017 was na 2 maanden heel droog, maar de laatste 10 dagen van februari waren erg nat (er viel meer dan 58 mm). Al met al was de winter nog redelijk droog.
December en februari waren zacht en januari was aan de koude kant. De Bilt was in februari 1,8 graad warmer dan normaal, Maastricht zelfs 2,7 graad warmer.
Er viel weer eens sneeuw op uitgebreidere schaal in de nacht van 6 op 7 januari, Nederland was op de ochtend van de 7e wit. Ook viel er sneeuw op de 13 en 14e januari die in o.a. in Oost-Nederland en Zuid-Limburg bleef liggen tot ongeveer 22 januari. Over de periode 18 tot 22 januari waren er 5 vorstdagen op rij met matige vorst, dat was apart bij maar 1 ijsdag. In februari werd het tijdelijk koud, het leverde 2 ijsdagen op en door een koude put viel er op de 11e plaatselijk sneeuw en op de 12 februari in een brede strook rondom de lijn Haarlem richting Winterswijk sneeuw. Er lag tot in totaal 12 cm sneeuw, maar op andere plaatsen lag vrijwel niets, zoals in het Noordoosten. December had de hoogste gemiddelde luchtdruk voor december met 1028,3 hPa. Vanaf 14 februari was het zacht. Op de 15e werd het zelfs 17,1° in Maastricht, wat een datum record was. Op 23 februari was er een kortstondige storm, vooral aan de kust, al waren er ook in het binnenland windstoten tot 100 km/uur.
De totalen:
Neerslag totaal: 153 mm tegen 203 normaal. Landelijk 142 tegen 208 mm normaal.
Zonuren: 204 tegen 198 normaal. Landelijk 230 tegen 196 uur normaal.
Aantal vorstdagen 37, voor de maanden dec/feb: 10-17-10, de norm 38 in 2010. Over de periode november/maart 52: 12-10-17-10-3, de norm is 52 in 2010.

2016: zeer zacht met 6,4°C op 2e plaats
2007 staat op 1 met 6,5°, metingen vanaf 1701
December werd uitzonderlijk zacht met 9,6°, dat is een temperatuur voor april! Het vroor nooit in deze maand, nergens in Nederland en dat kwam nog nooit voor.
Het koudegetal voor deze winter kwam uit op 9,6. Onder de 20 punten staat voor bijzonder zacht !
Er waren in de winter slechts 22 vorstdagen ( normaal 38), en in de periode november/maart 36 (1-0-9-13-13) , normaal is 52. De 1e weken van de maand maart was het ’s nachts kouder dan gemiddeld in de winter!
Het vroor nooit stevig, behalve dan in NO Groningen waar het van 18 t/m 21 januari 4 nachten streng vroor. Daar lag dan ook een laagje sneeuw tot 10 cm.
De zon scheen ongeveer 230 uur (top 12 zonnig), landelijk 250 uur. Er viel 240 mm wat aan de natte klant is, de norm 1981_2010 is 200. Landelijk was het 212 mm. De warmste Kerst ooit was met 14 en 14,9° zachter dan Pasen 13,3 en 12,9° en Pinksteren 12,1° en 13,6°.

IJzel (*):
Opvallend is verder dat het in Friesland en Groningen begin januari een paar dagen ijzelde, vooral op de 5e en 6e, en er op straat geschaatst kon worden, omdat daar koude lucht uit Duitsland onder de warme lucht door kon schuiven. Ook in de week na 7 februari 1966, op 20-22 januari en op 13 februari 1979 ten noorden van de lijn Alkmaar – Meppel en op 2-3 maart 1987 kon er in Noord-Nederland op straat geschaatst worden. Rond 21 januari 1979 was dit in grotere delen van het land.
(*) De gegevens o.a. van ‘Meteo Tuitjenhorn’

2015: zacht 4,1°C
Het laagste koudegetal van een kalenderjaar, dat van 1989 (met 1,9), is niet verbroken (he werd in 2020 verbroken). Kalenderjaar 2014 is op 2,4 geëindigd. Het koudegetal voor deze winter kwam uit op 7,8. Onder de 20 punten staat voor bijzonder zacht ! Er waren in de winter 37 vorstdagen ( normaal 38) , en in de periode november/maart 47 (1-11-10-16-9) , normaal is 52, norm 2010. Dus dat is vrijwel normaal, maar het vroor nooit hard. Naast een leuk laagje sneeuw in Zuid-Nederland tot plaatselijk 15 cm (op 24 januari viel er landelijk sneeuw) viel er voor de schaatsers niets te beleven. Piet Paulusma “voorspelde” voor deze winter een schaatsperiode. Welke periode?
Tegenwoordig is -3,0°C al fris. In Vlissingen daalde het kwik na een vorstloze periode van 608 dagen tot onder het vriespunt. Tegenwoordig valt lichte vorst al bijna in de categorie bijzonder. Haarlem moest na 11 maart 2013 voor 683 dagen wachten op weer eens een ijsdag, dat was 23 januari 2015. Het werd de enige deze winter, tegen normaal 7 (‘norm 2010’). In mijn jeugd waren 12 ijsdagen heel normaal en straks mogen wij blij zijn met 5 bij ‘de norm 2020’.
2014: zeer zacht 6,0°
Het koude getal was 0, voor het eerst in de Bilt! In de Bilt waren er (nov/maart) maar 21 vorstdagen, de ‘2010 norm’ is 52, en februari had slechts 1 vorstdag! Het laagste minimum was slechts -3,1 graden, een record!
2013: fris 2,9°
Over de periode nov/maart had ze 68 vorstdagen, en is daarmee de laatste koudere winter.
2012: koude golf -18,9°, maar toch geen Elfstedentocht
Deze winter had in februari de tot nu toe laatste koudegolf met 3 nachten onder de -15°. De uitersten waren bijna -23 graden, gemeten in Lelystad en Marknesse op 4 februari.

Het aantal vorstdagen in de winter met matige vorst was 11 (norm 2010), huidige norm van 2020 is 9
Winter 2024 had er 4, met 0 ijsdagen
Winter 2023 had er 7 (+2 in november & 1 in maart), met 2 ijsdagen
Winter 2022 had er 2, met 0 ijsdagen
Winter 2021 had er 9, met 7 ijsdagen (+1 in maart)
Winter 2020 had er 0, met 0 ijsdagen
Winter 2019 had er 2, met 2 ijsdagen
Winter 2018 had er 4 (+ 2 in maart) met 1 ijsdag (+2 in maart)
Winter 2017 had er 11 (+2 in november) met 5 ijsdagen
Winter 2016 had er 4 (+1 in maart) met 0 ijsdagen
Winter 2015 had er 2 met 1 ijsdag
Winter 2014 had er 0 met 0 ijsdagen
Winter 2013 had er 13 (+5 in maart) met 12 ijsdagen (+1 in maart)
Winter 2012 had er 14 met 13 ijsdagen
Winter 2011 had er 17 (+1 in november) met 13 ijsdagen (+2 in november)
Winter 2010 had er 20 met 20 ijsdagen

2011: december 2010 sneeuwrijk en koud – de laatste koude maand – laatste witte Kerst
De winter als geheel was niet al te bijzonder, maar december 2010 wel. Ze staat met -1,1° op plek 5 koudste december maanden. Twente eindigde op –2,7°. Er waren 12 ijsdagen en 29 vorstdagen in december. De Bilt kwam 1x aan strenge vorst, met -10,7°. Het Koudegetal voor de maand was 60,2.

De laatste witte Kerst – December 19th 2010 – foto: Mark Wolvenne

Veel overlast door sneeuw op 17 en 24 december 2010
De laatste 2 dagen van november viel en lag er al sneeuw, op de 28e vroor het 5,2 graden. Ook begin december viel en lag er sneeuw, maar de meeste sneeuw viel vanaf 17 december. Op 5 kilometer hoogte was het op 17 december -41°. Het gevolg was dat boven de Noordzee een ware optocht van deels clusterende zware sneeuwbuien ontstonden die zich in de late nacht over het westen van het land uitbreidden. Dat leverde plaatselijk meer dan 15 cm sneeuw op. In het westen en delen van het midden van het land gold tijdelijk een Weeralarm. Op de 19e viel er plaatselijk 10 cm bij. Het was voor mij in meerdere opzichten een memorabele wintermaand. Om mijn zeer ernstig zieke moeder te bezoeken was het deze maand rustig rijden op mijn zomerbanden, ook met de Kerst, al was de A9 goed gepekeld.
Op 24 december trok een depressie over oost en zuid Nederland. In Limburg viel 30 cm verse sneeuw! Verkeer was bijna onmogelijk. Met de Kerst lag er 4 tot 50 cm.
Alleen op 11 en 12 december was Nederland in december geheel sneeuw vrij. Op de meeste plaatsen lag er minimaal 18 dagen sneeuw, ook met de Kerst lag er sneeuw. Het is de laatste witte Kerst tot nu toe, in De Bilt lag op 2e Kerstdag nog 5 cm. Het was meer dan 100 jaar geleden dat wij 2 ‘witte kerstjaren’ op rij hadden.

Erg koud in Ierland in december 2010
In het plaatsje Castlederg werd -18,7° gemeten. Niet eerder was het in Ulster in december zo koud! Claremorris in County Mayo rapporteerde -13,7°.
In de Finse hoofdstad Helsinki zakte de temperatuur naar -24,4º. Teruggaand tot de 19e eeuw werd in de Zweedse gemeente Linköping -27,6° geregistreerd. Niet eerder werd het daar in december zo koud.

10-1-ierland-sneeuw-21-12-2010
Ierland in de sneeuw, 21-12-2010

2010: Sneeuwrijk en koud – witte Kerst
Na 1996/1997 was dit de koudste winter. Wij moeten teruggaan naar 1979 om een winter aan te treffen met meer sneeuwdekdagen. 2010 had er 42, 1979 noteerde 60 sneeuwdekdagen. Het noordoosten van het land kwam tot 55 sneeuwdekdagen (‘norm 2010 in De Bilt is 13). De Bilt noteerde een gemiddelde temperatuur van 1,1°C (norm 3,3°C). Er waren 20 vorstdagen met matige vorst.
Op 17 en 18 december 2009 viel vooral in een strook van de kop van Noord-Holland naar Groningen in totaal 10 tot ruim 30 cm sneeuw. Op 20 december viel er 10 tot 20 cm in grote delen van het midden en zuiden van het land. In het noorden liep de dikte van het sneeuwdek op de 20e verder op naar lokaal ruim 40 cm.
Juist voor en tijdens de kerstdagen van 2009 begon het te regenen en smolt de sneeuw op veel plaatsen snel weg. Toch lag er op beide kerstdagen in De Bilt nog een gesloten sneeuwdek en was er dus sprake van een Witte Kerst 2009, voor het eerst sinds 1981. Op 6 januari 2010 viel er een zware sneeuwbui tijdens de avondspits in de regio Haarlem-Amsterdam. Het gevolg was een urenlang aanhoudend verkeersinfarct. Op 9 en 10 januari 2010 was er in een deel van het land sprake van een sneeuwjacht. De talrijke sneeuwsituaties leverden grote overlast op voor het verkeer en openbaar vervoer.
In totaal werden in De Bilt 55 over de winter vorstdagen genoteerd tegen 38 normaal en waren er 20 ijsdagen (max. temperatuur <0,0°C) tegen normaal 7 in de winter. Over de winters van de 21e eeuw is dat aantal van 20 ijsdagen het hoogste aantal. Op 4 dagen kwam het tot strenge vorst. De landelijk laagste temperatuur, -18,4 °C, werd gemeten op 19 december in Deelen op de Veluwe.
De maand januari 2010: met etmaalgemiddelde < 0

2007: warmste sinds 1701
De winter was met 6,5 °C de warmste in 300 jaar!
2005: Januari zacht
De eerste decade van januari was de warmste in 50 jaar. Vlissingen en De Kooy waren met 102 en 112 uur in januari de zonnigst in 100 jaar
2004: januari en februari zacht
De laatste 10 dagen van januari en eerste 10 van februari waren de warmste in 100 jaar.
1990: memorabele storm
De storm van 25 januari 1990 was memorabel. IJmuiden registreerde gedurende minstens een uur windkracht 11, een zeer zware storm met gemiddelde windsnelheden tussen 103 en 117 km/h. Ronduit uniek waren de windstoten van 150 km/h tot maximaal 161 km/h op een van de windmeters van Schiphol. De mensen onderschatten vaak zware windstoten. Dat ondervond ikzelf op de fiets. Ik schoot vooruit, met de wind gelukkig precies in de rug, maar met 40 km/uur moest ik zelfs bij remmen om niet ongecontroleerd te hard te gaan. Wandelen moest op straat, omdat het werkelijk dakpannen regende op de trottoirs in Amsterdam-Oost.
1979: memorabele winterinval 30-12-1978
Deze winter is de laatste echt koude winter voor Nederland. Bekend zijn de sneeuwjachten in Noord-Nederland. Er waren in deze winter 32 ijsdagen en 29 vorstdagen met matige vorst. 1979 noteerde zelfs 60 sneeuwdekdagen. Voor meer informatie: link naar Winter 1978-79
1963: koudste winter sinds 1830
In dit jaar zette de winter flink door en werd het openbare leven ontwricht. De winter van 1963 is de koudste vanaf  de eeuw: over drie maanden had De Bilt een gemiddelde temperatuur van -3,0°C (‘norm 2020’ +3,9°C , ‘norm 2010’ +3,4°C en ‘norm 1980’ +2,4°C). De winter van 1947 bezet de tweede plaats vanaf 1831 met gemiddeld -2,4°C. In de meetreeks sinds 1701 vinden we één vergelijkbare winter, de winter van 1830 had dezelfde temperatuur als die van 1963. De winter van 1947 had 46 ijsdagen, 1963 had er 42. Het aantal vorstdagen met matige vorst was in 1947 48, in 1963 54. Vanaf de Kerst tot 5 maart was er een sneeuwdek, in totaal 71 dagen op rij. 1979 had 32 ijsdagen over de winter en in totaal 60 sneeuwdekdagen. De winter van 2010 had 20 ijsdagen, welke het record is in de 21e eeuw, en had 42 sneeuwdekdagen.
November 1962: De winter van 1963 kondigde zich al in november aan. Op de 16e november ging West-Europa gebukt onder sneeuwstormen en sneeuwval. Maar op 21 november kregen de twee hogedrukgebieden boven Rusland en de Azoren kortdurend verbinding met elkaar. Dat was de 1e winterinval. Terwijl de wind even naar oost tot noordoost draaide, drong een bel met koudere lucht (ook in de hogere delen van de atmosfeer) tot Nederland door en kwam het tot de eerste vorst en ijsdagen van het nieuwe seizoen. Er viel ook sneeuw, met name in Noord-Holland en in het zuiden van het land, die even bleef liggen. De 22e en de 23e verliepen koud met in De Bilt de eerste ijsdagen. Rond de 25ste was het alweer gedaan.
December 1962: De eerste 7 dagen van december vroor het ’s nachts, was er veel mist en was het Hellmann getal 18,7 over deze 7 dagen. De winter kwam echter pas op 19 december goed op gang. Een lagedrukgebied trok over het noorden van Duitsland naar het zuidoosten. Boven Scandinavië lag een hogedrukgebied. Het was sterk genoeg om volgende lagedrukgebieden die vanaf IJsland opdoemden tegen te houden. Daarna ging het razendsnel en viel de winter in Nederland op een adembenemende manier in.
In Nederland draaide de wind in de loop van vrijdagavond 21 december naar noordoost. Vanaf dat moment waren alle barrières voor de kou weggenomen en kon de arctische lucht ook bij ons aan zijn zegetocht beginnen. Wat er toen gebeurde, zie je alleen in strenge winters. Het was bitterkoud in Nederland met op sommige plaatsen in het oosten in de nachten 15 graden vorst, en ook overdag temperaturen (ver) onder nul bij een aantrekkende wind. Vanaf 22 december startte een stevige vorstperiode met 13 ijsdagen, die duurde tot 3 januari. Op 23 december 1962 noteert De Bilt zelfs een luchtdruk van 1048 hPa. Op veel plaatsen vroor het bijna drie maanden achtereen, terwijl het noordoosten van het land al die tijd onder de sneeuw lag. Door de kou was het IJsselmeer al vóór de Kerst dichtgevroren. Tijdens de jaarwisseling waren er zware sneeuwstormen die in het hele land dorpen isoleerden. De sneeuwduinen bereikten een hoogte van 3 meter. Een dooiaanval begin januari ontaardde in veel sneeuw en ijzel, maar de vorst gaf zich niet gewonnen.
Januari 1963: Op 7 januari vroor het opnieuw, met 6 ijsdagen. Na 3 dagen met een maximum boven nul vroor het vanaf de 17e stevig, met 7 ijsdagen. Halverwege januari viel er opnieuw veel sneeuw die door de wind ging stuiven. 
Inmiddels liggen er ijsbergen in de Waddenzee en de Gouwzee staan auto’s geparkeerd. Op 18 januari, de dag van de Elfstedentocht, daalt de temperatuur in Joure tot -21°. ’s Middags was het minder koud, maar door de bij vlagen stormachtige wind maakte dat voor de schaatsers weinig uit. Slechts 1% van de deelnemers bereikte de finish. De dag daarop is het nog erger. In het noorden woedt dan een oosterstorm bij 10 tot 13 graden vorst die stuifsneeuw veroorzaakt. Veel wegen waren dan ook onbegaanbaar.
Januari 1963 wordt met een gemiddelde van -5,2°, na januari 1940 met -5,5°, de 1 na koudste januari maand van de eeuw. Het noorden van het land noteert januari 25 ijsdagen en in Eelde vriest het 17 nachten meer dan 10 graden.
Februari 1963: Met -3,2° is ook februari zeer koud, van 21 tot 25 februari vroor het in De Bilt zelfs nog streng.
De ene na de andere dooiaanval mislukte en medio februari waren er opnieuw sneeuwjachten. Ook op de 11e en 12e viel er weer sneeuw, het meeste in het zuiden van het land, waar het in Maastricht op de 8e tijdelijk 7° werd, terwijl het in Eelde maar net boven 0° was. Daarna volgden dagen waarop het ’s ochtends 10 tot 20 graden vroor in Nederland. De koudste februari maand is overigens die van 1956, met -6,7°.

In Eelde kwam de temperatuur in februari op 11 nachten onder -10°, met -19,2° als minimum op de 25e. Die dag was er een auto toertocht over het IJsselmeer. In het noorden van het land bleef het in februari tussen 20 à 26 dagen de gehele dag vriezen. De eerste dagen van maart vroor het ’s nachts nog 10 tot 16 graden, maar op 5 maart kwam een einde aan de winter van de eeuw en eindigde deze met een vorstsom van 800 in De Bilt over de periode november / maart. Eelde kwam aan 1025, voor beide plaatsen een nr. 1 plaats.

Bron KNMI – 1963; waarbij ikzelf de maandtemperaturen en aantal ijsdagen aangepast heb naar aanleiding van de herijking in 2016.
1956: Transportkou in februari – de aller koudste wintermaand
Boven Scandinavië bouwde zich een enorm hogedrukgebied op, terwijl de luchtdruk in het gebied van de Middellandse Zee laag was. Daardoor stak er boven West-Europa een storm op uit de richting oost tot noordoost. Hiermee werd extreem koude lucht onze kant opgeblazen. In de meteorologische wereld wordt zo’n snelle kou-inval met veel wind transportkou genoemd.
Het oosten van ons land ging op 30 januari 1956 gebukt onder sneeuwstormen, terwijl de temperatuur daalde. De laatste dag van de maand januari eindigde in het hele land met strenge vorst. Dit vormde de inleiding tot een van de koudste dagen van de twintigste eeuw.

Koudegolf
Op veel plaatsen bleef het op 1 februari meer dan 10 graden vriezen. In De Bilt kwam het kwik niet hoger dan -11,2 ℃, het dieptepunt voor februari. Alleen op 26 januari 1942 (-11,4 ℃) bleef het overdag nog iets kouder. Een week later begon één van de ergste koudegolven die ons land ooit heeft getroffen.
Op een aantal plaatsen vroor het 17 dagen achtereen meer dan 10 graden. In De Bilt waren dat 13 dagen over de periode 14 t/m 26 februari, waarbij het op 8 dagen in die periode kouder werd dan -15℃. In totaal over de maand waren dit 10 dagen dat het zeer streng vroor! Op de 16e was het etmaal gemiddelde record laag voor De Bilt, namelijk -14,9℃, zie ook plaatje. Bovendien viel er op veel plaatsen in totaal 20 tot 25 centimeter sneeuw. Op Terschelling lag 55 centimeter.

Record koude periode in 1956
De periode 14 tot 25 februari 1956 was met een gemiddelde temperatuur van -10,2 ℃ in De Bilt de op een na ergste koudegolf van de twintigste eeuw. Gemeten over 10 dagen (16e t/m de 25e) was dit -10,5 graden. Alleen de koudegolf van 16 tot 27 januari 1942 was met gemiddeld -10,9 ℃ nog kouder (gerekend over 10 dagen was het toen -11,4 graden).
Op 16 februari 1956 noteerde Uithuizermeeden -26,8°. Dit is het record voor februari en de op één na de laagste temperatuur van de twintigste eeuw. Op 27 januari 1942 boekte Winterswijk met -27,4° het landelijk record.
De balans van de hele maand was heel bijzonder. In De Bilt kwam de gemiddelde temperatuur uit op -6,7° (tegen +3,3° normaal in 2010, de norm van 2020 is +3,9°). Daarmee was dit veruit de koudste maand van de 20e en 21e eeuw en ook de koudste februari sinds het begin van de metingen in 1701. Hoe koud februari 1956 was is goed af te lezen van de onderstaande grafiek. Al is de daling van temperatuur niet zo spectaculair als die van de befaamde winter inval op 30 december 1978, maar deze op 31 januari 1956 mocht er ook zijn.

Winterdoden 1956
Het aantal winterdoden was op 22 februari gestegen tot 795 waarvan 186 in Frankrijk. De veerboot naar Ameland ligt dan al 23 dagen stil en de Afsluitdijk is door de stuifsneeuw bijna onbegaanbaar.

De Bilt per dag in record koude maand – februari 1956



1942: koud met veel sneeuw
In deze winter met veel sneeuw werd de laagste temperatuur in Nederland gemeten, sinds de moderne tijd (-27,4°). Meer informatie lees: 1942