8 augustus 2024  – update hittegolf juni 2021 

Het weer in Nederland in 2021

Al was het voorjaar fris, 2021 kwam op plaats 21 warmste jaren sinds 1901 én in de top 25 warmste jaren sinds 1706.
2021 eindigde in de top 21 zonnigste jaren in De Bilt sinds 1901.
Update 26 april 2022  –
KNMI: de Europese koele lente en warmste zomer van 2021 in 70 jaar


update 31 december 2021
– De temp / zonneschijn / neerslag van het jaar
– De cijfers van de winter van 2022 tot 31 december 2021
– Grafiek ’temperatuur 2021′ voortschrijdend: tot 15 december
– Zie voor overige overzichten: Jaaroverzicht alle jaren: Jaaroverzichten
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

2021 wordt vergeleken met de norm van 2010 én de nieuwe 30 jarige norm van 2020, die ook al vermeld staan in het jaaroverzicht 2020.
Voor de landelijke neerslagnormen en zonuren houd ik ook vaak de 5 hoofdstations aan.  
Naar Weeroverzicht 2020

2021 voorlopig iets frisser dan normaal door koude april en mei – wel aan de zonnige kant – juni zonnig en record warm- juli watersnood – in september hoogste maximum > dan in juli en augustus
– Buiten een vorstperiode (er was weer eens een ijsdag na ruim 2 jaar) waren de wintermaanden aan de zachte kant en was februari droog en erg zonnig. April was erg fris, behorende tot de 15 koudste aprilmaanden, met 8 vorstdagen (norm 4). April was ruim 3 graden kouder dan de ‘normaal van 2020’. Mei was nat, op 24 van de 31 dagen viel er regen, en was het opnieuw koel waarbij de zon niet veel scheen. Juni tapt uit een heel ander vaatje met warm weer, de eerste 4 dagen waren al zomers en werd ze een zeer warme maand. Tot aan 18 juni gemeten was 2021 de zonnigste juni maand, de zon scheen tot 17 juni al meer dan 200 uur. De neerslag hoeveelheden schommelden flink in juni. Juli werd minder zonnig dan juni, na de 1e decade stond ze pas op 47 uur, al scheen ze vanaf 17 juli een week volop. Ook augustus was niet zonnig, maar was vooral ook aan de koele kant met slechts 1 zomerse dag. Na 8 september had september 2 zomerse dagen. Met 26,9° was het maximum hoger dan in juli en augustus.   

Weerrecords in De Bilt van 2021 
Record: de langste periode zonder ijsdag. Op 24 januari 2021 was het 2 jaar geleden (731 dagen) dat er een ijsdag was, de laatste dag was 24-1-2019. Het record is nu 745 dagen, want 7 februari 2021 was een ijsdag. Het oude record dateert uit 2016, toen duurde de ijsdag vrije periode 706 dagen, van 23-1-2015 tot 29-12-2016.
Record: Warmste maand juni met 18,23° (vanaf de officiële metingen vanaf 1901), met ‘maar’ 1 tropische dag. Het oude record dateert uit 2019 met 18,13° en 4 tropische dagen. Daarvoor waren dat 2017 en 1976. Juni 1976 had 6 tropische dagen. Gemeten vanaf 1706 kwam juni 2021 op plaats 5, 1858 en 1889 kwamen aan 18,8°.

2021 t/m december 

De maanden van 2021 in het kort:
Januari: somber en iets aan de natte kant. Februari: ondanks vorstperiode zacht, zonnig en droog. Maart was droog. April was vrij droog (als je 29 april niet mee rekent, zie april) en zeker zonnig, maar ze was vooral koud (top 15 koudste) en 3,2 graden kouder dan normaal. April noteerde geen warme dagen. Mei werd aan de zeer koele kant, ruim 2 graden kouder dan normaal, en waarbij de zon niet teveel scheen. Juni werd aan de (zeer) warme kant, zelfs record warm. Juli was veel minder zonnig dan juni en ze had slechts 4 zomerse dagen. Augustus was vrij koel en ook niet erg zonnig. September werd vrij warm, 1,2 graden warmer dan de norm van 2020 en was zonnig en droog. Oktober was vooral nat en ruim een halve graad zachter dan normaal. November viel op met de wind, die was er namelijk veelal niet. De temperatuur was vrij normaal en de zon scheen iets minder dan normaal. December was vooral zacht, welke onder meer kwam door zeer zacht weer na de Kerst met dagrecords. 

De grafiek ’temperatuur voortschrijdend’ over 30 dagen’

 

De Bilt 2021 – met afwijking van de temperatuur t.o.v. ‘de norm van 2020’ – Site van KNMIs berekening

De Bilt in 2021 t.o.v. de Norm van 2020
De stand over de periode 1-1 t/m 31-12-2021 ; waarbij voor het actuele jaar de verwachting voor de actuele maand wordt meegenomen.

2021 – stand na 31 december   mm Temp °C Zonuren Norm zon – 30 jaar
Norm 2020 855 10,57 1715  1715
Huidig jaar 2021 861 10,48 1726 1721

– Warme dagen in 2021: 98. De 30 jarige norm van ‘2010 en 2020’ is 85 om 93 over het jaar.
– Het aantal zomerse dagen over het jaar 20, de normaal van 2010 om 2020 is 26 om 28 per jaar.
– Het aantal tropische dagen in De Bilt was 1.

– Warmtegetal: 59,4 (de norm van ‘2010 om 2020’ is 87 om 100); dat is plaats 44 over de laatste 121 jaar.
– Koudegetal: 42,9; dat is plaats 71 over de laatste 121 jaar.

– Het aantal vorstdagen voor het jaar 2021 was 50 (de norm van 2010 om 2020 is 58 om 52 over een kalenderjaar).
– Het aantal ijsdagen staat op 7 (de norm van 2010 om 2020 is 8 om 6). Het koudegetal staat tot op heden op 36,3 (de 2010/2020 norm is 59/44).

De Weersverwachting: Weersverwachting 

De Winter van 2021 – zacht, met koud dipje in februari
In november vroor het in De Bilt voor het eerst op 29 november. In de namiddag daalde de temperatuur snel naar -1,5°. Later in de avond was het daar -3,6° en in Twente en Hupsel -5,4° om -5,5°. In de ochtend van de 29e kwam het voor het eerst tot vorst in het land in het oosten en noordoosten, Eelde noteerde -2,9°. In de nacht naar de 30e werd het -4,2° in De Bilt en -6,2 en -6,7 in Hupsel / Twente. Begin december vroor het ’s nachts geregeld, vooral in het midden en zuiden van het land, er was geregeld mist.
Hupsel (Achterhoek) noteerde als 1e KNMI station op de 10e de eerste ijsdag van deze winter, het maximum was -0,2°. Het etmaal gemiddelde lag deze dag in het zuidoostelijke deel van het land (m.u.v. Zuid-Limburg) iets onder nul. Vanaf de 12e werd het zacht en wisselvallig weer. Vanaf en zeker na de Kerst van 2020 werd het frisser.
Na december stond 2021 op de 13e plaats ‘warmste” winters, het werd uiteindelijk plaats 19. Tot december gemeten is de winter ook redelijk nat en vrij somber. Januari startte ook vrij somber, maar werd een stuk frisser dan december. Sneeuw viel ook in januari, vooral in Zuid-Limburg. Op de 16e viel er weer eens na lange tijd landelijk sneeuw, maar de hoeveelheden waren niet groot, zie de maand januari. Op 25 januari werd het -6,7° in Eelde en op 31 januari -8,6°, het laagste minimum van deze winter. Maar toen kwam februari. Sneeuw van betekenis viel landelijk op 7 februari, al waren er best grote verschillen. Daarna vroor het stevig met de laagste temperaturen van deze winter. Hupsel noteerde -16,2° op 8 februari en op 12 februari werd het -10,9° in De Bilt. De dooi zetten in op de 14e, waarna het zacht werd. Zo zacht, dat januari ‘kouder’ was dan februari.   

De winter van 2021 in een grafiek, met de dagrecords


Gegevens over de winter 2021
De zon scheen 221,7 uur. De norm van 2010 om 2020: 198 om 211 uur.
De somberste winter is die van 1979 met 108 uur. Landelijk scheen deze gemiddeld 232 uur tegenover de norm van 2010 en 2020: 197 / 218 uur.
In De Bilt viel 238 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 208 om 216 mm. Gemiddeld over het land viel in de winter 223 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 191 om 197 mm.
De temperatuur: 4,39° tegenover de norm van 2010 om 2020: 3,4° om 3,9°. Dat is een top 40 (top 20) plaats, gemeten vanaf 1701 (1902).
Het laagste minimum voor de winter was -10,9° op 12 februari, -9,5° op 11 februari, -7,6° op 8 februari en -5,4° op 31 januari 2021. Op 8 februari noteerde Hupsel -16,2°.
Vorstdagen: 32. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 38 om 38 vorstdagen. De normaal van 2020: 35 dagen.
Aantal dagen met matige- en strenge vorst: 9 om 2.
IJsdagen: 7. Hupsel (Achterhoek) van de KNMI stations noteerde als eerste een ijsdag op de 10e december, het maximum was -0,2°. Op 1 februari werd een ijsdag genoteerd in Noordoost-Nederland, Nieuw Beerta noteerde -0,5°.
De 30 jarige norm van 1990: 10,1, die van 2000: 8,2, die van 2010: 7,2 en die 2020: 5,9 dagen.

Grafiek van de winter van 2021 vergeleken met de 30 jarige dag normen van 2010 en die van 2020 (vergeleken met de norm van 2020 leek ze een stukje frisser, ze was zeker zacht)

Bron KNMI / Weergegevens.nl & zelf verwerkte gegevens.

Voor de uitleg van het koudegetal, de vraagtekens bij de schaalverdeling van het koudegetal en het overzicht van de winters, zie: Overzichten Winter

Vorst in de Winter van 2021
Het aantal vorstdagen in de winter van 2021 was 32: verdeeld over de maanden 9-11-12. De norm van 2010 om 2020 is 38 om 35. 
Over nov/maart waren dat 42 dagen: 2-9-11-12-8, ‘de norm 2010/2020’ is 52 om 48.
Het aantal ijsdagen: 7. De norm ‘2010 om 2020’ : 8,2 om 6,4 per jaar.
De Bilt – aantal vorstdagen per maand anno ‘de norm 2010’ is: oktober 2, november 5, december 13, januari 13, februari 13, maart 8 en april 4.
De Bilt – aantal vorstdagen per maand anno ‘de norm 2020’ is: oktober 1, november 5, december 11, januari 12, februari 12, maart 8 en april 4.

Het koudegetal en de vorstsom nov/maart 
Het koudegetal (nov/maart) in De Bilt was 36,3. De norm 2010 om 2020 is 57 om 44.
Koudegetal in Eelde, Twenthe, Hupsel en Nieuw Beerta: 41,5 om 49,8 om 53,6 om 42,0.
De vorstsom: 144,1 (de 30 jarige norm van 2010 om 2020′ is 195 om 164).

December 2020 somber, nat en zacht 
Wisselvallige en vrij frisse start met niet teveel zon. Op 5 december vroor het 3 graden in De Bilt, alleen het KNMI station Ell kwam aan een lager minimum van -3,7°.
Over de eerste 11 dagen vroor het 7 dagen licht in de nacht. Hupsel (Achterhoek) noteerde op de 10e de eerste ijsdag van deze winter, het maximum was -0,2°. Vanaf de 12e werd het zacht en wisselvallig weer. Op de 21 regende het over lange tijd, in De Bilt viel meer dan 20 mm. Ook op de 23e viel er veel regen, tot ongeveer 30 mm in het noorden van het land. Tijdens en zeker na de K
erst werd het kouder, in de late avond van 1e Kerstdag vroor het kortstondig licht.
Zeer wisselvallig was het op 27 december met af en toe perioden met regen. Een omvangrijk laag (Bella), met in de bovenlucht erg koude lucht, zakte vanuit Groenland af naar West-Europa. De luchtdruk daalde van 1016 hPa op de 26e naar 975 hPa op de 27e in De bilt (Vlieland kwam (voorlopig) aan 973 hPa). Het waaide dan ook stevig, tot windkracht 9 langs de kust met windstoten tot ongeveer 100 km/uur, met pieken tot 117 km/uur. In de ochtend van 29e viel en lag er tijdelijk in delen van Groningen 1 à 2 cm sneeuw.

De gegevens van de maand december 2020
Temperatuur: 5,52° tegenover de norm van 2010 en 2020: 3,7° om 4,23°.
Neerslag: 106,9 mm,  tegenover de norm van 2010 en 2020: 76 om 83,8 mm.
Het gemiddelde over het land was 94 mm. Het langjarig gemiddelde van 2010 om 2020: 72 om 77 mm (over de 5 hoofdstations).
De zonneschijn bedraagt in De Bilt 42,4 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 49 / 55,5 uur.
De zon scheen deze maand gemiddeld over het land circa — uur, met een langjarig gemiddelde van 49 om 58 uur.
Vorstdagen: 9. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 11,8 om 13,0 (*) vorstdagen. De normaal van 2020 is 11,2 dagen.
Het koudegetal voor december was 0. De 30 jarige norm van 2010 om 2020 : 15 om 11,8.
IJsdagen: 0. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 1,9 om 2,4 (*) ijsdagen. De normaal van 2020 staat op 1,8 dagen.
(*) In december 2010 waren er 29 vorstdagen en 12 ijsdagen. Dit was dan ook de laatste maand waarbij het etmaalgemiddelde lager was dan 0 graden, namelijk -1,1°. Zie ook de grafiek op de pagina Overzicht Winters

KNMI: cijfers over december 2020

Januari 2021: de temperatuur schommelde sterk, 2x sneeuw in Zuid-Limburg, later ook in NO-Nederland
Het jaar begon met rustig weer met op de eerste 2 dagen af en toe zon en met minima /maxima meest tussen -2 en +5°. Het laagste minimum in de winter is -4,5° op 9 januari 2021. De eerste decade was vrij somber, de zon scheen op veel dagen amper tot niet. De Bilt noteerde 6 zonloze dagen op rij vanaf 2 januari. Het was fris, maar zeker niet koud, al werd er in de media en tijdens journaals soms gesproken over vrij koud winterweer en kwakkelweer. Met af en toe een halve graad vorst in de nacht en geen sneeuw kun je toch echt niet spreken over vrij koud winterweer, al was het overdags veelal maar 3 graden. In Midden- en Oost-Europa was ook nauwelijks sprake van vorst, in Berlijn vroor het ’s nachts ook maar hooguit 1 graadje. Op 7 januari viel er een beetje sneeuw in het oosten en zuidoosten van het land waarbij het op de hoger gelegen een beetje wit werd. Na de 8e lag er in de heuvels van Zuid-Limburg 3 tot plaatselijk 10 cm sneeuw (boven de 280 mm 15 cm aldus het KNMI), de foto is nabij Vijlen, waar de volgende dag nog van genoten kon worden. Op de 9e was het in de ochtend plaatselijk glad door ijzel, omdat er enkele buitjes overtrokken bij temperaturen onder nul. Het etmaal gemiddelde lag deze dag op veel plaatsen, vooral in het midden en zuiden van het land, voor het eerst deze winter onder nul.
In Spanje (Madrid op 600 meter) viel veel sneeuw in die dagen, hoeveelheden van boven de 30 cm waren geen uitzondering, waarbij het ’s nachts tot ongeveer 10 graden vroor. Zoveel sneeuw valt er eens in de 50 jaar, als de plaatselijke meteoroloog.

De dagen daarna was het even droog en scheen de zon zelfs, ’s nachts vroor het licht tot -5 graden, het werd vanaf 11 januari tijdelijk iets zachter, want vanaf de 13e werd het weer kouder. De temperatuur schommelde de 2e week van januari, na enkele zachte dagen volgden van 14 tot 17 januari enkele frisse dagen.
Sneeuwval op de 16e: de grastemperatuur was op de meeste plaatsen hoger dan de temperatuur op 1,5 meter hoogte toen de sneeuw viel. Dat kwam omdat er in de nacht voorafgaand aan de sneeuwval er geen vorst was. De sneeuw lag wel al op de bomen en daken terwijl de aarde dan nog onbedekt was. Daarom lag er ook niet viel sneeuw, meestal net met moeite een centimeter, terwijl er wel enkele centimeters sneeuw viel. De (droge) sneeuw had een vrij lage temperatuur, want de temperatuur daalde abrupt, in ongeveer een uurtje van ongeveer 1,8° naar gemiddeld -0,8° (*), terwijl het niet eens flink sneeuwde. De ochtend daarna was het alweer een stuk zachter en was de sneeuw weg, al zou het die dag aan de oostgrens van Groningen nog glad zijn, mede door mogelijk sneeuwval en nog vrij lage temperaturen van net boven 0°.
(*) Behalve in Vlissingen, daar vroor het net niet met 0,0°, waardoor de laatste vorstdag aldaar nog steeds op 1 februari 2019 staat. Maar op 31-1-2021 vroor het weer eens in Vlissingen, welke 730 dagen geleden was dat Vlissingen een vorstdag noteerde.
Eindelijk vroor het deze dagen stevig in Scandinavië en Oost-Europa (Polen -15° op de 16e), maar deze kou kwam niet onze kant op. Op de 14e vroor het ’s ochtends, tot -5,3° in Twenthe, De Bilt kwam die dag slechts aan -0,7°. Na enkele zachte dagen, het werd rond 12° en het waaide tijdelijk stevig op de 21e waarbij IJmuiden een windstoot van 127 km/uur noteerde, was het frisser van 23 t/m 26 januari, waarbij er af en toe plaatselijk sneeuw viel. In de nacht naar de 24e trok een kleine storing over België en Zuid-Nederland die daar sneeuw bracht. Er viel/lag enkele centimeters, maar op de Vaalserberg lag in de ochtend  meer dan 10 cm. De temperatuur was overdags wel boven nul, dus was de sneeuw van korte duur. Het leverde wel mooie plaatjes op. Enkele dagen later werd het weer zachter. Zoals verwacht in november was januari uiteindelijk toch vrij zacht. Het is aan februari om de winter toch nog van zich te laten spreken, want het bleef aanrommelen eind januari. Zo viel er sneeuw op de 28e en op de 29e in het uiterste noordoosten van het land met temperaturen net boven nul, terwijl het tussen 10 tot 12° werd in Zuid-Nederland. Zo was het om 10 uur op de 29e ruim 8 graden in Lelystad waarbij het regende terwijl het 1° was in Nieuw-Beerta met sneeuwval. Om 15 uur was het in Eelde dan toch ruim 7 graden (in De Bilt ruim 9°) terwijl het in Nieuw-Beerta (50 km verderop) nog steeds maar 1,6° was. In de namiddag daalde de temperatuur snel in Noord-Nederland, in Eelde 3 graden in 10 minuten. Het etmaalgemiddelde verschilde op de 29e 9 graden tussen Noordoost-Nederland en Zeeuws-Vlaanderen (0,5 om 9,5°). In de nacht naar de 31e vroor het stevig, grofweg ten oosten van de lijn Texel Nijmegen vroor het matig. De Bilt noteerde sinds 2 jaar terug weer eens matige vorst (-5,4°) en Leeuwarden en Eelde noteerden -8,0° om -8,6°. Deze dag was over het etmaal (voorlopig) de koudste dag van deze winter, al was deze dag geen ijsdag. ’s Avonds laat volgde lichte sneeuwval en ijzel in het zuiden van het land.        

De gegevens van de maand januari 
Temperatuur: 3,38°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 3,1° om 3,6°.
Neerslag: 87,8 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 69,6 om 70,8 mm, landelijk viel 84 mm om 68 normaal.
Over de hoofdstations viel ongeveer 92 mm tegenover 67 om 66 mm normaal.
Zonneschijn: 52,2 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 62,3 / 66,6 uur. Landelijk 58 uur tegenover 62 om 68 uur normaal.
Vorstdagen: 11. De 30 jarige norm van 2000 om 2010: 13,0 om 12,8 vorstdagen. De normaal van 2020: 12 dagen.
Het koudegetal voor januari: 2,1. De 30 jarige norm 2010 om 2020: 23,5 om 16,6.
IJsdagen: 0. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 3,9 om 3,3 ijsdagen. De normaal van 2020: 2,6 dagen.
KNMI: cijfers over januari

Februari 2021 – met vorstperiode toch niet de koudste maand van deze winter, zonnig met 6 dagen boven de 15° 
Februari zou een koude maand worden, maar werd niet echt koud. De eerste startte met ijzel in het midden van het land. In grote delen van Groningen en in Drenthe bleef het de gehele dag vriezen, Nieuw-Beerta noteerde een maximum van -0,5°, net een ijsdag. In Maastricht werd het 5°. Op 2 februari zou het verschil meer dan 10° worden en dat was zo. Om 20.00 uur was het -0° in Delfzijl, terwijl het nog meer dan 10 graden was in zuidelijk Zeeland en Brabant. Lelystad meldde op dat moment 3,4° en in De Bilt was het 9,4°. De dagen daarna was het zacht (*), terwijl de koude in Scandinavië op de loer lag. Het was ook nat op de 3e februari in het midden en zuiden van het land, er viel veelal tussen 10 en 15 mm. (*) Op de avond van de 3e was het toch weer fris in het uiterste noorden, met een oosten wind noteerde Lauwersoog 2,5° terwijl het in Eelde ruim 7° was. Maar ook de dagen daarna waren de temperatuur verschillen groot. In het uiterste noorden was het gemiddeld slechts 2 graden met een oosten wind terwijl het in het zuiden van het land rond 11° was. Het was een stilte voor de storm…
‘Sneeuwstorm Darcy (alleen in het noordelijk kustgebied, alleen viel daar weinig sneeuw)’ deed Nederland aan in de nacht naar 7 februari. In de ochtend van de 7e lag en meest tussen 5 en 15 cm sneeuw (o.a. in de Achterhoek), terwijl het die dag nog (licht) sneeuwde. Door de stevige wind, in het noorden van het land kwam het tot kracht 8 (de status dat je mag spreken van een sneeuwstorm). De sneeuwhoogtes waren lastig te meten, maar na de 8e lag er plaatselijk op de Veluwe en in de Achterhoek meer dan 25 cm. Er viel op sommige plaatsen beduidend minder sneeuw dan verwacht, dus erg veel last van sneeuwduinen was er niet, al lagen de treinen er wel uit. Vergelijk deze sneeuwval overigens niet met 1979, toen was het veel erger in noordelijk Nederland.
In Midden-Nederland bleef het met windkracht 6 tot 7 bij een sneeuwjacht. Het is de derde winter met een sneeuwjacht in de 21e eeuw. De vorige waren op 9 en 10 januari 2010 en op 14, 15, en 20 januari 2013. Ter vergelijking, de 20e eeuw telde tenminste 22 sneeuwstormen en nog veel meer sneeuwjachten. De sneeuwstorm van ’79 was de laatste en een van de zwaarste. Berucht waren ook die van 1937, 1942, 1945, 1947, 1958 en 1963.

De temperatuur daalde op de 7e verder, om 10 uur was het op veel plaatsen in het oosten van het land rond de -5°. In de vroege ochtend van de 8e was het koud in het oosten van het land: Hupsel noteerde -16,2° (waar op de 9e nog meer dan 20 cm sneeuw lag) en De Bilt -7,6°, terwijl het in Friesland op dat moment maar net aan 2 graden vroor. De oorzaak ligt verderop. Zo is de Oostzee zeker 3 graden warmer dan normaal, maar eigenlijk is het verschil nog groter: geen ijs is ook geen sneeuw dat op het ijs ligt dus werkt de Oostzee als een soort van ‘kachel’ is voor ons bij een noordoosten wind. Het laat zich raden waarom het in Friesland en Groningen dan niet zo koud werd. In de nacht/ochtend van de 10e was het vroor het alleen <10° in Limburg en in het oostelijkste deel van Brabant en de Achterhoek. Op de 11e vroor het ‘eindelijk’ bijna overal streng, Terschelling kwam aan -12°. De Bilt was een uitzondering, het werd daar -9,5°. Op de 12e vroor het voor het eerst streng in De Bilt met -10,9°. Op de 14e kwam er een eind aan de vorstperiode, in Limburg was het ’s middags al 7 graden, in het noorden van het land toen nog rond 1 graad. De vorstperiode duurde 8 dagen (7e t/m 14e) en er waren 9 sneeuwdekdagen.


Na de koude periode werd het erg zacht in de 3e decade van de maand waardoor januari dan toch frisser zal zijn dan februari, ondanks de vorstperiode.
Voor het eerst 6 dagen op rij in februari een temperatuur van boven de 15°. De periode was van 20 t/m 25 februari. Op 21 februari werd het eerste dagrecord gezet voor dit jaar, ‘bijna natuurlijk’ is het een warmterecord, het werd 16,9° in De Bilt en ruim 18 graden in delen van Brabant en Limburg. Ook de 22e, 23e en 24e was een datum warmterecord, dat zijn er 4 op rij. Februari had van 22 t/m 25 februari ook 4 etmaal records en nog 1 minimum record.

De gegevens van de maand februari
De temperatuur: 4,26°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 3,3° / 3,9°.
Neerslag: 43,3 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 56,1 / 63,1 mm, landelijk 44 mm tegenover 52 om 55 mm normaal.
Zonneschijn 127,1 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 86,4 / 89,6 uur, landelijk 125 uur tegenover 82 om 91 uur normaal.
Vorstdagen: 12. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 13,2 om 12,8 vorstdagen. De normaal van 2020: 11,6 dagen.
Aantal dagen met matige- en strenge vorst: 8 om 2.
De Bilt noteerde -10,9° als laagste temperatuur in de vorstperiode die nu 8 dagen duurt. Er was geen sprake van een koudegolf. Dan moet het minimaal 3x streng vriezen (wat nu net niet gebeurde) en waarbij de dagtemperatuur minimaal 5 dagen op rij geheel niet boven nul mag komen. Dat lukte nog net met 7 dagen op rij, want op 11 februari werd het toch nog -0,1° en dat is net een ijsdag.
Het koudegetal voor februari: 34,2. De 30 jarige norm van 2010 om 2020: 11,8 om 15,9.
IJsdagen: 7 op rij. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 2,3 om 1,9 ijsdagen. De normaal van 2020: 1,5 dagen.
KNMI: cijfers over februari

De Lente van 2021, vooral april en mei koud
Meest iets aan droge kant na storm, en zeker fris:  april koud, mei zeer koel en aan natte kant 
Op 11 maart stormde het, daarna werd het over het algemeen rustig weer en was maart iets aan de droge en frisse kant, al waren de laatste 3 dagen van maart erg zacht met temperaturen boven de 20°. April begon fris met op 5, 6 en 7 april sneeuwbuien, waarbij er in Zuidoost-Nederland in de vroege morgen van de 7e er 5 tot 7 cm sneeuw lag. Daarna volgden in de 2e decade 7 nachten met vorst. Mei startte ook fris maar na een ‘warme uitschieter’ op 9 mei was de echte koude voorbij, al werd mei ook aan de koele kant. De maximum temperatuur komt waarschijnlijk uit op ruim 3 graden onder normaal.  De lente van 2021 was fris, maar 2013 was deze eeuw nog frisser, maar dat kwam door maart 2013 met slechts 2,5°.
Periode april / mei: als je kijkt naar de periode april + mei dan zijn momenteel alleen 1902 en 1941 gemiddeld kouder geweest (8,2 om 8,9°). Normaal over deze 2 maanden is het gemiddelde 11,65°, 2021 eindigde op 9°. Als je kijkt naar het gemiddeld maximum is het verschil nog groter: 13,45° tegenover normaal 16,6°.  Alleen 1962 en 1941 hadden een lager gemiddeld maximum (12,8°).

Hieronder de grafiek van de lente.

Grafiek Lente 2021, waarden t.o.v. de normaal.

De gegevens van de Lente
Temperatuur: 8,1° (tegenover de norm van 2010 en 2020: 9,5° om 9,92°.
Zonneschijn in De Bilt: ongeveer 534,7 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 502 om 546,1 uur. Landelijk gemiddeld scheen de zon rond — uur, tegenover normaal 502 om 570 uur.
Er viel in totaal 183,5 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 173 mm om 158,7 mm. Landelijk (hoofdstations) viel 164,6 mm, tegenover normaal 156 om 142 mm.
Warme dagen: 5. De norm van 1980: 8,8, die van 1990: 9,5, die van 2000: 11,2, die van 2010: 13,5 en die van 2020: 15,5. Alleen 1983, 1957 en 1941 hadden minder warme dagen (1 om 1 om 2) in de lente.
Zomerse dagen: 0. De normaal van 2010: 3,8, die van 2020: 4,3.
Warmtegetal: 0,5. De norm van 2020 is 7,7.
Vorstdagen
: 16. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 13,5 om 12,4 vorstdagen. De normaal van 2020: 12,2 dagen.
IJsdagen: 0. De 30 jarige norm van 2000 om 2010: 0,23 om 0,13 ijsdagen. De normaal van 2020: 0,17 dagen.
Zie ook: Lente Overzicht

Maart 2021 : zonnige start en droog, op het eind opnieuw zonnig – de eerste storm van het jaar 
Op 2 maart scheen de zon 10 uur en werd het 14,5°, de op 1 na hoogste waarde voor deze dag. Het was de eerste 3 dagen dan ook vrij zacht, al was dat vooral op de Wadden niet het geval. Daar was het vaak maar 5° vanwege mist en het koude zeewater waar ook soms nog ijs lag van de vorstperiode. Vooral op de 3e waren de temperatuurverschillen groot met bijna 17° in het zuidoosten van het land terwijl het slechts 3,5° was op Vlieland. Op 4 t/m 7 maart was het overal vrij fris met nachtvorst. Op 6 maart werd het -5,4° in De Bilt. Vanaf 10 maart werd het wisselvallig met af en toe veel wind, vooral op de 11e. Er waren die dag in de ochtend van de 11e zeer zware windstoten in de kustprovincies tot aan 124 km/uur (Houtribdijk), in het binnenland tot ongeveer 90 km/uur ( De Bilt 100 km/uur), de windkracht was gemiddeld kracht 9 in de kustprovincies. Ook de dagen daarna was het wisselvallig en waaide het af en toe stevig, zoals op de 13e waarbij over het land windstoten waren tot ongeveer 100 km/uur. Vanaf 18 maart tot eind maart was een (vrij) droge periode waarbij het eerst tot nachtvorst kwam, maar waarbij de temperatuur daarna opliep naar waarden boven normaal. Op 29, 30 en 31 maart was het zonnig en warm met temperaturen rond of zelfs boven 20°. Op de 30e/31e was het 21,3°/23,8°. Arcen kwam aan 26,1°, welke een maandrecord is voor Nederland.   

De gegevens van de maand maart
Temperatuur: 6,39° tegenover de norm van 2010 en 2020: 6,2° om 6,5°.
Neerslag: 34 mm tegenover de norm van 2010 en 2020: 66,8 mm om 57,8 mm. Landelijk viel ongeveer  44 mm, tegenover normaal 59 om 51 mm.
Zonneschijn: 140,9 uur tegenover de norm van 2010 en 2020: 121,6 uur om 139,4 uur. Landelijk gemiddeld scheen de zon rond 158 uur, tegenover normaal 121 om 146 uur.
Warme dagen: 2
. Er waren 7 dagen met meer dan 10 uur zon, de normaal is 3,8 voor maart.
Vorstdagen: 8. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 8,7 om 8,4 vorstdagen. De normaal van 2020: 8,4 dagen.
IJsdagen: 0. De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 0,23 om 0,13 ijsdagen. De normaal van 2020: 0,17 dagen (reden 2005, koud voorjaar 2013 en 2018).
Luchtdruk gemiddelde: 1021,1 hPa om normaal 1015,8 hPa.
KNMI: cijfers over maart

April 2021: met sneeuw en koud, bijna net zo “koud” als maart, met plens water op de 29e
Op 1 april was het aardig weer, in Limburg was het om 13 uur nog 20° terwijl het in noordelijk Nederland met 9° al fris was. April begon dan ook fris met maxima rond de 10°, met een extra dip richting 5° met vanaf 2e Paasdag sneeuwbuien. Het werd plaatselijk wit op 2e paasdag, doordat de temperatuur flink daalde tot net boven nul tijdens sneeuwbuien. Het waaide flink aan de kust, vooral op de Wadden, waar op Texel, Vlieland en Terschelling windstoten voorkwamen tot bijna 100 km/uur. Ook op de 6e en 7e was het plaatselijk wit, op de 6e ook door hagelbuien. In de ochtend van de 7e lag er zelfs 20 cm op de Vaalserberg, in oostelijk Brabant en de rest van Limburg 5 tot 7 cm. Zoveel sneeuw lag er op 1 dag in deze eeuw nog niet in april. De landelijk meest sneeuwrijke dag is 11 april 1978. Op de 12e vielen ook nog enkele winterse buien. Na de dagen met sneeuwval volgden frisse nachten, zo werd het op de 12e in Deelen -4°. Ook in De Bilt vroor het op de 11e, 12e, 13e, 14e, 16e, 17e en 18e. Daarna was het 3 dagen iets zachter, maar vanaf de 21e werd het weer koel/fris met middag temperaturen van 12° (normaal voor eind april is ruim 16°). Met Koningsdag was het goed weer met 15° en zonnige perioden, maar de laatste 2 dagen van april waren weer fris met 12°. Op 26 april vroor het in noordelijk Nederland vrij fors, Eelde noteerde -4,5°. Met Koningsdag was het goed weer met 15° en zonnige perioden, maar de laatste 2 dagen van april waren weer fris met 12°. April 2021 wam in de top 15 koudste aprilmaanden uit. April was bijna net zo “koud” als maart. In totaal waren er 8 vorstdagen, in Eelde waren dat er zelfs 18. Alleen in 1917 en 1929 had Eelde er meer (20 om 19). In Groot-Brittannië waren er plaatsen waar het bijna iedere dag vroor, maar Schotland ligt hoger en is hoger. Gemiddeld over geheel Groot-Brittannië was het meer dan 60 jaar geleden dat het iedere dag ergens in de UK vroor in april.
Op de 29e trok een kleine maar actieve depressie over Nederland die boven het midden van het land lange tijd bleef hangen en daar veel water bracht. Lelystand kwam aan 54 mm, andere delen van Flevoland, West-Friesland en het zuidwestelijke puntje van Friesland kwamen aan ruim 35 mm. De Bilt noteerde ‘slechts’ 5 mm (op de 30e ruim 8 mm), waarbij het in het Zuidoosten op veel plaatsen zelfs geheel droog bleef. Maar ook aan de westkust van Texel (NH) viel bijna niets. Op 30 april werd het 10,3° (op 27 april 15,7°).


Het gemiddeld maximum van april lag 3,6 graden onder normaal.

De gegevens van de maand april
Temperatuur: 6,65° tegenover de norm van 2010 en 2020: 9,19° om 9,85° .
Neerslag: 44,7 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 42,3 mm om 41,6 mm. Landelijk viel ongeveer 41 mm, tegenover normaal 40 om 39 mm.
Zonneschijn: 204,8 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: van 173,6 uur om 189,2 uur. Landelijk scheen de zon ongeveer 221 uur, tegenover normaal 173 om 197 uur.
Het aantal warme dagen in april was 0. Het warmste was het in Arcen met 20,9° op 28 april. De hoogste max. temperatuur was slechts 17,8°. De norm van 1990: 1,6, die van 2000: 2,1 die van 2010: 3,2 en die van 2020: 4,5.
Het aantal zomerse dagen in april was 0. De norm van 1990: 0,1, die van 2020: 0,2, die van 2010: 0,5 en die van 2020: 0,7.
Het aantal vorstdagen: 8 (Eelde 18). De 30 jarige norm van 2000 om 2010 is 4,5 om 3,9 vorstdagen. De normaal van 2020: 3,6 dagen. 1917 had er 14 en uit deze eeuw, 2003 10 stuks en 2013 had er 9.
Luchtdruk gemiddelde: 1020,9 hPa om normaal 1014,5 hPa.
KNMI: cijfers over april

Mei 2021: koel, vrij somber en op veel dagen regen (meest in de vorm van buien)
Mei startte kil, waar april gebleven was. Op 5 en 6 mei hadden de buien soms een licht winters karakter en werd er plaatselijk natte sneeuw waargenomen.
Op de 7e viel er in de vroege ochtend in het zuidoosten zelfs even droge sneeuw waardoor het zelfs even wit werd in het oosten van Brabant, hetgeen sinds 1935 (17 mei) niet meer zo laat in de maand is voorgekomen.
Pas vanaf 9 mei raakten wij de kilte kwijt met een zeer warme dag op 9 mei. De Bilt noteerde 24,9° en Arcen 27,7°. Daarna bleef het licht wisselvalig met temperaturen meest rond 15°, waardoor de gemiddelde maximum temperatuur voor mei uitkwam op 15,6°, de normaal is gemiddeld 18,4°. De echte kou was voorbij na 9 mei, maar mei werd niet zacht en ook niet zonnig. Vanaf 3 mei regende het tot bijna iedere dag, op de 16e ook hagel. Pas vanaf de 28e was het droog en volgden 2 zonnige / warme dagen (30 en 31 mei), als was het op De Wadden en het uiterste noorden van het land met 10 tot 14° beduidend frisser op de 30e waarbij er tot in de middag laaghangende bewolking aanwezig was.
Mei had 24 dagen met neerslag, de normaal is 13.
Wales (UK): daar viel in mei heel veel regen (210 mm), een record hoeveelheid sinds de metingen vanaf 1862 (in 1967 184 mm), deze hoeveelheid was al op 25 mei bereikt.


Overzicht van mei maanden: zie Zonuren 1959

De gegevens van de maand mei
Temperatuur: 11,22°, tegenover de norm van 2010 en 2020: van 13,12° om 13,40°. De hoogste temperatuur was 24,9°, in Arcen 27,7°.
Neerslag: er viel in totaal 104,4 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 61,9 mm 59,3 mm. Landelijk viel 90 mm (in Friesland en Zuid-Holland tussen 140 en 150 mm)  en over de 5 hoofdstations 84 mm, tegenover normaal 57 om 53 mm.
Zonneschijn: 189 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020:  207,2 om 217,5 uur. Gemiddeld over het land scheen de zon 200 uur ( Twente 166 uur), tegenover 207 om 227 normaal. Er waren in De Bilt geen dagen zonder zon, normaal is 2.
Het aantal warme dagen in mei was miniem: 3. De norm van 1990: 7,8, die van 2000: 9, die van 2010: 10,2 en die van 2020: 10,8. 1984 en 1962 hadden 0 warme dagen.
Het aantal zomerse dagen in mei: 0. De norm van 1990: 1,9, die van 2020: 2,9, die van 2010: 3,3 en die van 2020: 3,6.
Warmtegetal: 0,5. De normaal van 2020 (periode van 30 jaar) is 7,2.
Het aantal nachten met vorst: 0.
KNMI: cijfers over mei

De Zomer van 2021 – juni record warm met ‘downburst en met hittegolfje’, soms plaatselijk veel regen en in juli een overstroming en augustus koel
Juni was erg warm met veel zomerse dagen. Het was ook erg droog, al viel er plaatselijk meer dan 40 mm tijdens felle buien op 4 / 5 juni). Het is wachten op stevige onweersbuien vanaf 18 juni om op andere plaatsen ook wat water te bezorgen. In de avond van de 18e viel er langs de gehele Noord-Hollandse kust veel neerslag, de hoeveelheden lagen meest tussen 40 en 100 mm. De Bilt kwam ‘slechts’ aan 17 mm. Het onweer viel mee, maar plaatselijk waren er valwinden (Downburst Leersum) die erg veel schade aanrichtten. Juli was iets aan de sombere kant. Na de 15 juli behoorde ze tot de top 13 somberste juli maanden. Op 13 en 14 juli viel er veel neerslag in Zuid-Limburg welke tot overstromingen leidde, zie de maand juli. De periode vanaf 17 juli tot 24 juli was droog, zonnig en redelijk warm. Op 24 en 25 juli viel er plaatselijk weer veel neerslag door plaatselijk stevige buien. Augustus was de eerste decade wisselvallig en aan de gematigde kant wat betreft de temperatuur. Plaatselijk verspreid over het land viel er op meerdere dagen meer dan 20 mm neerslag, vooral nat was noordwest Nederland op 22 augustus, in Woudsend viel meer dan 100 mm.

Men vond de zomer van 2021 maar niets, maar men onthoudt alleen de laatste hete zomers van de laatste jaren of men praat elkaar simpel na zonder het te controleren. Zo slecht was deze zomer niet, al waren er niet veel stranddagen. Het KNMI meldde zelfs: Europese zomer van 2021 warmste in zeker 70 jaar. 
Ook sommige weerpresentatoren van o.a. RTL4 deden mee aan de ‘negatieve’ berichtgeving van het ‘slechte weer’ in deze zomer, over de maanden juli en augustus. 

Juli was zeker niet koel, zeker niet als je naar de werkelijk klimaatnorm van Parijs kijkt. Natuurlijk waren er in juli en augustus niet veel zomerse dagen, maar het aantal warme dagen in de zomer was in De Bilt 71, welke een top 10 plaats is (in Eelde zelfs in de top 4).
De gemiddelde temperatuur over de 5 hoofdstations was 17,56° (de norm 2020 / 2010 / 2000: 17,4° / 16,9° / 16,4°), deze is over de hoofdstations (ook in De Bilt met 17,71°) een top 15 notering.
De gemiddelde maximum temperatuur over de 5 hoofdstations was 21,54°, welke toch ook nog een top 27 notering was vanaf 1906, (de norm 2020 / 2010 / 2000: 21,7° / 21,3° / 20,7°).
Zonneschijn: de zon scheen over de hoofdstations in totaal over de zomer zeker niet weinig, namelijk 618 uur (de norm 2020 / 2010 / 2000: 641 / 585 / 569 uur). In De Bilt zijn er in de zomer gemiddeld 24 dagen dat de zon meer dan 10 uur schijnt, in 2021 waren dat er toch nog 22.
Het enige minpuntje wat te zeggen valt over de zomer van 2021 is dat er meer neerslag viel en dat de zon weinig scheen in augustus en de maand augustus slechts 1 zomerse dag had. Als er veel neerslag viel, viel deze veelal in kortere tijd, in De Bilt in 103 uur, terwijl dat normaal in ongeveer 127 uur is. Het aantal dagen dat er regen viel lag ongeveer gelijk aan de normaal van 44 dagen over de zomer (47 in De Bilt). Overigens viel er in De Bilt zelf niet zoveel meer neerslag dan gewoonlijk in de zomer, deze was meer voorbestemd voor delen van Noord-Holland, Friesland, de Veluwe en Zuid-Limburg.

Artikel van het KNMI over 2021
Europese zomer van 2021 warmste in zeker 70 jaar

De zomer was in Europa de warmste sinds 1950, het begin van de metingen. De zomer van 2021 was 1,0 °C boven het langjarige gemiddelde. De lente was relatief het koelste seizoen en 0,4 tot 0,5 °C beneden de normaal van 1991-2020. In de jaren 1980-2010 was dit overigens een normale lente geweest. Dit blijkt uit de ‘Staat van het klimaat 2021’ van het Europese aardobservatieprogramma Copernicus.

In Europa een koele lente en recordwarme zomer
De lente verliep in Europa 0,4 à 0,5 °C beneden de normaal van 1991-2020. In de jaren 1980-2010 was dit overigens een normale lente geweest. In Nederland verliep de lente 1,8 °C beneden normaal. In Midden-Europa ontstond grootschalige schade aan gewassen door de ‘strenge’ vorst in april na een zeer milde maart.

De gemiddelde jaarlijkse temperatuur in Europa vertoont een grilliger beeld dan die van de hele wereld. De meeste opwarming vindt pas plaats vanaf de jaren negentig. De temperatuur van heel 2021 in Europa valt buiten de top 10 warmste jaren sinds 1950. Terwijl de wereldtemperatuur van 2021 juist tot de zeven opeenvolgende warmste jaren behoort.
Desalniettemin was de zomer van 2021 recordwarm en 1,0 °C boven het Europese langjarig gemiddelde van 1991-2020. In Nederland was juni zelfs 2,0 °C warmer maar juli en augustus waren beneden normaal. Een voorlopig nieuw Europees temperatuurrecord werd gemeten op Sicilië met 48,8 °C, voorheen was dit 48,0 °C (Athene, 1977). Het record wordt definitief vastgesteld zodra de meting officieel gecontroleerd is.

Extreme droogte en natuurbranden in Middellandse Zeegebied
In het zuidenwesten van de Balkan en in Italië was in de zomer de bovenste 10-100 cm van de bodem droger dan normaal, dit in combinatie met een hittegolf. Daar was op ongeveer 10% van het landoppervlak de droogte het ergst in 100 jaar. In 2021 is in het Middellandse Zeegebied een groot oppervlak verloren gegaan aan natuurbranden, vooral in Griekenland en Turkije.

De gegevens van de Zomer 
De temperatuur: 17,71°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 17,04° om 17,43°. De klimaatnorm ‘Parijs’ is 16,18°
De neerslag: 242,9 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 219,6 om 239,2 mm. Landelijk viel gemiddeld 244 mm, tegenover 209 om 223 mm normaal. De neerslag was ongelijkmatig over het land verdeeld. In Woensdrecht was het met 172 mm het droogst, het natst was het in het zuiden van Limburg. In Beek viel 386 mm.
Zonneschijn: 602,3 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 587,6 om 617,3 uur. Landelijk waren er 618 zonuren tegenover 585 om 640 uren normaal.
Het aantal warme dagen: 71. De norm van 1990: 50,4, die 2000: 54,7, die van 2010: 59,6 en die van 2020: 63,7.
Het aantal zomerse dagen: 17. De norm van 1990: 15,5, die 2000: 18,1, die van 2010: 20,9 en die van 2020: 21,9.
Het record voor het aantal zomerse dagen in de zomer is 41 uit 1976.
Het aantal tropische dagen in de zomer: 1 . De norm van 1990 was 2,4, die 2000 was 3,2, die van 2010 was 3,8 en die van 2020 is 4,7 geworden. Op 16 juni werd het 31,6° in Ell, de eerste tropische dag in Nederland in 2021.
Het warmtegetal over de zomer: 53,7. De normaal over de gehele zomer: de norm van 1990 / 2000 / 2010 en 2020 is: 51 / 66 / 78 om 88. Zo ‘koud’ was de zomer dus niet, maar de laatste jaren zijn er veel erg warme zomers geweest.
Na de zomer: KNMI: Samenvatting van de zomer

Juni 2021 gemiddeld zeer warm en ze was record zonnig tot de 18e 
Juni startte warm met 4 zomerse dagen op rij (1962 had er over de zomer /jaar in totaal 4), het was droog en zonnig, al waren er op de 3e juni in het oosten van het land pittige buien die bleven hangen. Zodoende viel er op de Veluwe veel neerslag (rond 45 mm in de omgeving van Deelen), terwijl het in de omgeving daarvan (vrijwel) droog bleef.
In de nacht naar de 5e gebeurde hetzelfde. In delen van oostelijk Brabant viel in de avond van de 4e op sommige plaatsen meer dan 30 mm. In de nacht en vroege ochtend van de 5e viel veel regen in het noorden van het land, Leeuwarden noteerde 43 mm en in Drachten, naar verluid, > 60 mm. In het gebied tussen Bergen op Zoom, Den Haag tot aan ongeveer De Bilt (1,2 mm) viel op de 4e en 5e niets of nagenoeg niets. Over de 1e decade scheen de zon 118 uur, alleen 1939 had meer uren zon met 129 uur. Na 17 juni was dit aantal al 201 uur, een record.
Juni 2021 werd record warm, mede omdat er geen echte dips waren in de maand en zonder echte uitschieters naar boven. Juni 1976 was de warmste juni totdat 2017 en 2019 het record verbraken (17,98 om 18,04 om 18,13°). In Zuid Nederland werd het tropisch op de 16e, Ell noteerde 31,6°, De Bilt 28,9°. Op de 17e was er een landelijke tropische dag, De Bilt noteerde 30,8°, Eelde / Twente / Hupsel kwamen aan 33,6° / 33,8° / 34,0°.  Hittegolfje: in het zuiden/zuidoosten en uiterste oosten werd op de 18e de 3e tropische dag op rij genoteerd, waarbij er ’s avonds plaatselijk veel neerslag viel, vooral langs de kust van Noord-Holland, bij af en toe onweer. Delen van Friesland en Drenthe kwam aan ruim 30 mm, maar er viel langs de gehele Noord-Hollandse kust veel neerslag, de hoeveelheden lagen meest tussen 40 en 100 mm vrij korte tijd, terwijl het droog bleef in Zuid-Limburg en de Achterhoek aan de grens met Duitsland. Het aangekondigde onweer / noodweer viel mee, maar in Leersum zullen zij daar anders over gedacht hebben. Daar was een downburst die mede gepaard ging met grote hagelstenen. Over enkele honderden meters knapten vele bomen of werden zij ontworteld (in een gebied van ongeveer 3 bij 5 kilometer) waardoor o.a. huizen en auto’s flink beschadigd werden, er vielen 9 licht gewonden. Er werden zeker 6 woningen onbewoonbaar verklaard. In de buurt van het Gelderse Oldebroek/Oosterwolde knapten 4 elektriciteitsmasten af, zeer waarschijnlijk ook veroorzaakt door valwinden.

Na het onweer / noodweer was het de volgende dag in Limburg en aan de grens met Duitsland in de Achterhoek en Twente opnieuw boven de 25 graden, welke betekende dat geheel Limburg (inclusief het grensgebied van Brabant, zie de rode lijn) een hittegolf kon noteren (14 t/m 20 juni). Op de 20e werd het 25° in de Achterhoek/Twente zodat na 3 tropische – en daarna 2 zomerse dagen ook daar sprake was van een hittegolf, die de 21e juni zou eindigen.  


Een aanvulling door J. Weening: een hittegolf van 5 dagen ook plaatselijk op enkele plaatsen in Brabant
In delen van Brabant was er plaatselijk ook een hittegolf van 14 tot 18 juni, zoals in Gilze-Rijen en Eindhoven.

Zeer sterkte tornado in Tsjechië: niet alleen Nederland had last van stevig noodweer doordat koude lucht in de hogere luchtlagen botste op de warme lucht. Hele hete lucht spreidde zich uit over Midden- , Oost- en Noord Europa, het werd tot 40° in Zuidoost Europa. Op de grens van deze twee luchtsoorten ontstonden zware buien in Midden-Europa en een zware tornado boven Hodonin in Zuid-Tsjechië, tachtig kilometer ten noordoosten van Wenen. Er waren windstoten van 267 tot 322 kilometer per uur. Het was mogelijk de sterkste tornado ooit in het land gemeten (mogelijk zelfs de sterkste in Europa).

Hitte in Canada 26-29 juni: miljoenen mensen leden onder een ongekende hittegolf aan de Noord-Amerikaanse westkust, waarbij het kwik op veel plaatsen in het westen van Canada en het noordwesten van de Verenigde Staten op liep tot 46 of 47 graden. In de Canadese plaats Lytton, zo’n drie uur rijden ten noordoosten van Vancouver, werd zelfs een temperatuur bereikt van 49,6 graden. Het was de hoogste temperatuur ooit gemeten in Canada. Lytton brak daarmee voor de derde dag op rij het landelijke temperatuurrecord aller tijden.

De laatste decade in Nederland:  ze werd niet zo fris dan eerst verwacht, waardoor juni 2021 toch de warmste juni maand werd. Juni was erg zonnig, maar de laatste decade niet, zodat ze niet in de top 10 kwam. In de laatste decade scheen de zon slechts 28 uur! Het was vrij onstabiel weer de laatste decade met veel stevige buien. In De Bilt viel in totaal 52 mm, maar vooral in de kustprovincies (Noord-Holland en Zeeland) en in Zuid-Limburg viel op veel plaatsen meer dan 140 mm, in de kop van Noord-Holland tot ongeveer 200 mm. Zuidelijk Limburg kreeg de laatste hoosbui van juni over zich heen op 29 juni, daar viel in korte tijd op sommige plaatsen (Eygelshoven, Langgraaf, Kerkrade) tot 100 mm. De reden was niet dat er weinig wind stond en ook was er geen echte wolkbreuk. De reden was dat het activerende front (welke de grens vormde tussen steeds kouder wordende lucht uit het noorden (boven de rest van Nederland) en warme vochtige lucht uit het zuiden, zich niet verplaatste. Het was een ‘patstelling’. De laatste dag van de maand was de koudste, ook in Limburg, De Bilt noteerde 16,1°.

de zomermaanden

De langste aaneengesloten reeks zomerse dagen in De Bilt:
Van 29 juli t/m 15 augustus 1975 : 18
Van 23 juni t/m 9 juli 1976 : 17
Van 15 juli t/m 30 juli 2006: 16
Van 15 t/m 27 juli 2018: 13
Van 5 t/m 17 augustus 2020: 13

Juni 2021 warmste ooit met 18,23°: met 2 zonloze dagen en 2 dagrecords (etmaal & minimum)
Gemeten vanaf 1706 kwam juni 2021 op plaats 5, 1858 en 1889 kwamen aan 18,8°. 

De gegevens van de maand juni 
Temperatuur: 18,23° (een warmte record), tegenover de norm van 2010 en 2020: 15,64° om 16,15°. De hoogste temperatuur was 30,8° op 17 juni (Hupsel 34°).
De neerslag: 52,6 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 65,6 om 70,5 mm. Landelijk 94 mm, tegenover 65 om 65 mm normaal. Over de hoofdstations 98,7 mm.
Zonneschijn: 243 uur (tot 17 juni scheen de zon al 201 uur, een record tot dan). De norm van 2010 en 2020: 193,9 om 207,1 uur. Landelijk was dat ongeveer 247 uur, tegenover 194 om 214 uur normaal.
In Juni 1959 scheen de zon 300,9 uur in De Bilt, in 1976 290,5 uur.
Het aantal warme dagen: 23. De norm van 1990: 12,8, die van 2000: 12,2, die van 2010: 14,3 en die van 2020: 16,2. Het record is 27 stuks uit 1930 en 2003.
Het aantal zomerse dagen: 12. De norm van 2000: 4,1, die van 2010: 4,8 en die van 2020: 5,1. Het record is 14 stuks uit 1970. Arcen heeft er 18, een absoluut record voor juni, voor zover bekend over de KNMI stations.
Het aantal tropische dagen: 1. De normaal was 0,5. De norm voor 2020 is 0,8. Het record is 6 stuks uit 1976.
KNMI: cijfers over juni

Juli 2021 niet koel, wel een start met weinig zonuren, daarna watersnoodramp in Duitsland en België, Zuid-Limburg staat blank – stevige buien in het land

De eerste decade was licht wisselvallig met gematigde temperaturen met af en toe enige regen of een (onweers) bui als de temperatuur tijdelijk opliep.
Juli werd minder zonnig dan juni . Juli had slechts 4 zomerse dagen. De laatste juli maanden zonder zomerse dagen waren de kille maanden juli 2011 (15,9°) en 2000 (15,5°) met slechts 157 om 123 uren zon. Juli 2011 was ook nog eens heel nat met 179 mm (de 2 na natste). Na de 1e decade scheen de zon pas 47 uur, de normaal is 214 uur per maand.

‘Watersnood door vloedgolf’: Het is het weekend van 13 oktober 2013, het regende, in Haarlem valt in dat weekend meer dan 100 mm en De Bilt noteert het absolute dagrecord met 63,9 mm voor De Bilt op de 13e oktober (metingen vanaf 1906). Van overstromingen was toen geen sprake, maar in Noord-Holland zijn geen heuvels.
Mei 2021 was al een natte maand in delen van de Eifel, op 29 juni viel er 100 mm in Zuid-Limburg.
14 juli 2021: het is in de vroege ochtend van 14 juli 2021 als het KNMI code rood afkondigt. In grote delen van Zuid-Limburg valt in 2 dagen gemiddeld ongeveer 70 mm. Binnen de Zuid-Limburgse gemeenten bleken grote verschillen te zijn in de hoeveelheid neerslag. Zo viel in het noordwesten van Heerlen ‘slechts’ 30 tot 45 millimeter, terwijl in het zuidoosten (soms in 24 uur) tussen de 75 en 90 millimeter (*) werd geregistreerd, aldus gegevens bij het KNMI/Weerplaza.
Door het heuvelachtige landschap zorgde dit er voor dat riviertjes zoals de normaal kleine Geul sterk stromende rivieren werden waardoor de dorpen natte voeten kregen. Zo stonden plaatsen als Hoensbroek en Valkenburg onder water. Ook stroomopwaarts (in België en Duitsland) viel veel (en soms nog meer) neerslag.
Het waterpeil in de rivieren zoals de Maas, de Roer, de Gulp en de Geul steeg snel, welke voor extra waterdruk zorgde. Hoe hoog het water komt te staan in de Maas stroomafwaarts is nog onduidelijk en of dat nog verdere gevolgen zal hebben is afwachten. Het waterpeil was in ieder geval hoger dan in 1993 en 1995. De afvoer was 3260 m3/s , de hoogste sinds het begin van de metingen in 1911.
Veel doden: In België was het bar en boos en in Noordrijn-Westfalen / Rijnland-Palts helemaal, daar werd de noodtoestand uitgeroepen. In de Eifel werden dorpen zoals Schuld volledig overspoeld door het “riviertje” Ahr dat met een vloedgolf van 3 meter hoog (5 tot 7 meter werd ook waargenomen) door de dorpen raasde. Verschillende huizen stortten in of verdwenen geheel van de aardbodem. Ook bruggen en delen van spoorlijnen verdwenen. Zo was er schade aan 80 stations en aan 600 km spoorlijn. Alles is gewoonweg kapot, zo werd gezegd. Vele dorpen waren eerst alleen per helikopter te bereiken. In Duitsland vielen meer dan 180 doden (**) te betreuren. In België vielen ongrveer 40 doden (bij de Watersnood in 1953: 28 doden).
Na enkele dagen zaten nog 100.000 Duitsers in de Eifel zonder stroom.
(**) Op 17 juli regende het ook fors in Saksen en in Beieren (ook op de grens met Oostenrijk), er viel plaatselijk viel >100 mm in 24 uur, waardoor daar ook overstromingen waren en daar ook slachtoffers vielen.
De Duitse weerdienst waarschuwde al op de 12e, maar er werd niet geluisterd  (of men snapte de ernst niet)
De Duitse weerdienst vertelde aan de ZDF: ‘We hebben gedaan wat gedaan moest worden. De gemeenten zijn tijdig gewaarschuwd voor hoeveelheden regen tot 200 liter per vierkante meter’.
Meteoroloog Marcus Beyer maakte ook duidelijk dat de waarschuwingen niet serieus genoeg werden genomen, terwijl het hoogste waarschuwingsniveau was afgegeven. ‘De eerste voorlopige waarschuwingen werden maandagochtend 12 juli (3 dagen vooruit) al afgegeven en de waarschuwingsberichten werden ook niet door alle media verspreid.
Actuele neerslag uur tot uur: metingen ook door particulieren: WOW-NL.

(*)  Meteo Limburg kwam met deze cijfers, zij sprak over plaatselijk 150 mm over 2 dagen. Over de eerste 15 dagen van de maand viel in westelijk Nederland slechts gemiddeld 25 mm, in de rest van Nederland meest tussen 50 en 100 mm en in Zuid-Limburg plaatselijk tot meer dan 200 mm. Op sommige plaatsen in Rijnland-Palts in Duitsland viel nog meer.

 

‘Blijf weg uit de dalen en bij het water en geef water de ruimte’
Het water moest ergens heen, zeker omdat de grond al verzadigd was. Dorpjes in de Eifel liggen laag en soms geheel omsloten door de rivier. De regen van 13 en 14 juli was de druppel voor grote delen in het gebied tussen België, Duitsland en Nederland, die de emmer deed overlopen, met als gevolg een soort van vloedgolf, zeker in Duitsland.
De toekomst: met de opwarming en daarmee samenhangend het uitzonderlijke weer. Ook burgers en gemeenten kunnen een bijdrage leveren door verstening van tuinen en steden tegen te gaan. Een verbod op ‘stenen tuinen’ is een optie.
In Nederland is er stroomafwaarts ruimte voor water overloop, hoe dat te doen in dorpen in de Eifel is de vraag, daar is geen ruimte. Waterbuffers aanleggen is mogelijk, maar in het algemeen geldt, ook voor Nederland: zet geen woningen neer in laag gelegen delen en/of in dalen nabij een rivier. Wonen aan een rivier, die ook nog eens van koers kan veranderen bij erg veel regenval, is (en wordt) gewoonweg gevaarlijk. 

Finland 18 juli: Zuidoost Finland noteerde de 31e zomerse dag op rij, een unieke reeks. Op IJsland werd op iedere dag in juli wel ergens op het eiland de 20° overschreden. Het record was 24 uit 1997. Ierland 23 juli: In County Kerry werden 2 tropische nachten op rij genoteerd. Een tropische nacht, een minimum tempratuur >= 20°, kwam nog nooit voor in Ierland. In Noord-Ierland werd het in Castlederg op 21 juli 31,3°, een record voor Noord-Ierland.
In Nederland werd het beter en zonnige weer vanaf 17 juli, met temperaturen meest tussen 22 en 26°.  Na een mooie meest zonnige week vielen er op 24 en 25 juli plaatselijk opnieuw stevige buien met veel neerslag terwijl het op andere plaatsen (zo goed als) droog bleef. Zo waren delen van Friesland erg nat in de nacht naar de 25e, daar viel op veel plaatsen 50 tot 70 mm, plaatselijk nog meer, zoals in Burgum rond 94 mm. De dagen daarna zou de temperatuur gaan dalen richting de 20°, maar op de 26e / 27e werd het toch nog 27° / 25° in Nieuw Beerta (NO Groningen), terwijl er stevige buien buien vielen in ZW Nederland
. In deze dagen (24 tot 26 juli) zorgden deze plaatselijke stevige buien verspreid in Nederland dat straten blank kwamen te staan, ook in Londen. In Dinant (België) was er schade, auto’s spoelden weg, maar er vielen gelukkig geen gewonden. De Bilt ontsprong tot op heden de dans, haar hoogste hoeveelheid in 1 dag bedroeg ‘slechts’ 20 mm, welke was op de 26e. De laatste 4 dagen van de maand waren aan de koele kant, rond 20°, en vielen er geregeld buien. 

De gegevens van de maand juli 
Temperatuur: 17,99°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 17,93° om 18,25°. De hoogste maximum temperatuur bedroeg 26,6° op 18 juli (Arcen 28,0°).
Neerslag: 98,5 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 81,1 om 85,2 mm. Landelijk gemiddeld 80 mm, tegenover 71 om 75 mm normaal. Er waren grote verschillen, zo viel in delen van Noord-Holland 25 tot 50 mm, in het noorden van het land 100 tot 200 en in Zuid-Limburg 130 tot 230 mm. Over de 5 hoofdstations was dat 74,7 mm.
Zonneschijn: 194,2 uur (met 2 zonloze dagen), tegenover de norm van 2010 en 2020: 206 om 213,9 uur.  Landelijk scheen de zon 196 uur, tegenover 203 om 220 uur normaal.
Na 15 juli behoorde juli 2021 tot de top 13 somberste juli maanden met slechts 60 uur zon, daarna werd het toch nog aardig zonnig over de rest van de maand.
Het aantal warme dagen: 28. De norm van 1990 was 18,2, die van 2000 was 20,4, die van 2010 was 22,3 en die van 2020 is 23,3.
Het aantal zomerse dagen: 4. De norm van 1990 was 5,7, die van 2000 was 7,1, die van 2010 is 8,8 en die van 2020 is 9,2.
Het aantal tropische dagen: 0, normaal is 2.
Zie ook het overzicht van het
KNMI: overzicht juli

Augustus 2021: vrij koel met heftige buien op de 1e en 7e en 22e
‘Ik snap niets van mensen die zo nodig een huis met een tuin willen en die dan helemaal vol tegelen. Ga dan in een flat wonen’
De maand startte aan de koele kant en was het op de eerste alweer raak. In de regio tussen het Friese Wolvega en Oosterwolde viel 80 tot 110 millimeter neerslag. In Gaast, dat aan het IJsselmeer ligt, werd een hoeveelheid neerslag van 70 tot 80 millimeter gemeten. Dit soort hoosbuien gaan we echt vaker meemaken, maar dat is al zo vaak gezegd door meteorologen.
Wij kunnen er zelf iets aan doen om de overlast te verminderen. Zorgen dat er minder water tegelijk in het riool belandt bijvoorbeeld, door tuinen anders aan te leggen. Tegels eruit, groen erin. Het lijkt voor de hand te liggen. Op 7 augustus vielen er opnieuw stevige buien vielen, soms met hagel (op de 6e en 7e viel er plaatselijk over het land weer > 20 mm), terwijl er in Zuidoost Europa en Turkije een hittegolf was met temperaturen tot 44° (met de tegenwoordig bijna standaard de ‘bijbehorende’ bosbranden. Er waren weinig zomerse dagen, De Bilt noteerde er tot nu slechts 1. Na een paar aardige dagen viel er plaatselijk veel neerslag op de 21e / 22e door een kleine depressie die boven ons land ‘een rondje draaide’. Vooral in Friesland viel veel neerslag, tot plaatselijk meer dan 100 mm.
De heide stond met het weer van juli en augustus wel mooi in bloei medio augustus, foto nabij Huizen (NH).

De gegevens van de maand augustus 
De temperatuur: 16,93°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 17,51° om 17,85°.
Neerslag: 91,8 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 72,9 om 83,9 mm. Landelijk viel er 71 mm, tegenover 73 om 83 mm normaal. Over de 5 hoofdstations was dat: 88,3 mm.
Het noordwesten, het noorden van Gelderland, Zuid-Limburg en delen van Zeeland en Zuid-Holland waren het natst, met op veel plaatsen meer dan 100 mm.
In Friesland viel plaatselijk meer dan 150 mm, met als natste KNMI-station Stavoren met 138 mm regen.
In Brabant en het oosten, maar ook plaatselijk in het westen waren er gebieden met maar 35-50 mm neerslag. Het droogste KNMI-stations was Wijk aan Zee met 38 mm regen.
De zonneschijn: 165,1 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 187,7 om 196,3 uur. Landelijk ongeveer 170 uur, tegenover 195 om 205 uur normaal.
Het aantal warme dagen: 20. De norm van 1990: 19,3, die van 2000: 22,1, die van 2010: 23 en die van 2020: 24,2.
Het aantal zomerse dagen: was 1. De norm van 1990: 5,6, die van 2000: 7, die van 2010: 7,2 en die van 2020: 7,6.
Het aantal tropische dagen was 0. De normaal van 1990: 0,7, die van 2000: 1,2, die van 2010: 1,4 en die van 2020: 1,9.
De hoogste temperatuur was te Arcen op 15 augustus met 27,6°, De Bilt kwam aan 25,2°.
Het hoogste warmtegetal over augustus ooit is 96,9 uit 2020. 2021 kwam op 4,1.
 
KNMI: MOW overzicht augustus

 

De herfst van 2021 was zacht
Met een fraaie start: In een meest noordelijke stroming (die er al was in de laatste 10 dagen van augustus door een hoog boven Schotland) was het de eerste 2 dagen van september op sommige plaatsen nog veelal bewolkt. De temperatuur liep daarna op voorbij de 25° met daarbij veel zon. De warmte duurde tot 10 september met 3 zomerse dagen, maar de 2e decade gaf ook droog weer met 8 dagen met temperaturen boven 20°, waarbij de zon geregeld scheen. Oktober startte nat, in 6 dagen 65 mm. Daarna was het zonniger en viel er even geen regen. Op 16 oktober vroor het voor het eerst deze herfst in delen van Limburg en Twente, tot -0,6°. Later in oktober was het vrij rustig weer, op 31 oktober volgde een weeromslag naar frisser weer in november. November was vrij zacht en stond er de eerste helft van de maand weinig wind. Vanaf 22 november werd het meer winterweer en waren de hogere temperaturen voor dit jaar voorbij, De Bilt noteerde de eerste vorstdag met -0,8° op de 22e november.

De gegevens van de Herfst 
De temperatuur: indicatie 11,64° (top 6), tegenover de norm van 2010 en 2020: 10,64° om 10,89°.
De herfst noteerde 358,9 uur zon (top 21), tegenover de normaal van 2010 en 2020: 314 om 339,5 uur. Recordjaar is 2018 met 457 uur, het jaar 1959 had 449 uur zon.
Landelijk scheen de zon  370 uur, tegenover de norm van 2010 / 2020: 320 om 349 uur normaal.
Neerslag: 249 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 241 om 239 mm. Gemiddeld viel landelijk ca 193 mm, tegenover 229 om 225 mm normaal.
Het aantal warme dagen: 22.  De norm van 1990: 10,7, die van 2000: 11,0, die van 2010: 11,9. De normaal voor 2020: 13,6.
Het aantal zomerse dagen: 3. De norm van 1990: 1,0, die van 2000: 1,0, die van 2010: 1,7 en die van 2020: 2,2.

September 2021: een droge maand met een warme en zonnige start
Fraaie start met veel zon en temperaturen die geleidelijk opliepen naar 25°, op de 3e noteerde Arcen al 25,6°, op de 6e werd het 26,5° in Westdorpe. Op de 7e was het ook zomers in De Bilt. Op de 8e werd het 26,9°. Dit maximum lag hoger dan de hoogste maximum in juli en augustus. Ook landelijk (Nieuw-Beerta) noteerde september het hoogste maximum vergeleken met juli & augustus. Schotland noteerde op 8 september de hoogste maximum in 115 jaar voor september.

Vanaf de 10e werd het minder zonnig met af en toe een bui, maar de temperatuur lag nog steeds boven de 20°.
1e decade september warmer dan meerdere decades van de zomer
Opvallend was dat de 1e decade van september warmer was dan enkele decades van de zomer (warmer de 3e van juni en alle drie van augustus). Kijkend naar de gemiddelde maxima per decade eindigde de 1e decade van september op plaats 3. Hieronder een overzicht van de hoogste gemiddelde maxima per decade van 2021, waarbij de bijzondere septembermaanden van 1959, 2006 en 2016 meegenomen zijn in het overzicht. De 2e decade was ook droog met 8 dagen warme dagen en in de 3e decade toch nog 5 warme dagen al viel er op 29 september wel 15 mm regen.

Vanaf 11 september bleef de temperatuur op niveau ( iets boven 20° tot de 19e), de zon scheen alleen wat minder maar het was nog steeds bijna alle dagen droog. Ook in de laatste decade van september werd weinig neerslag verwacht. De eerste nachtvorst aan de grond werd genoteerd op de 21e, het werd -0,2° in Woensdrecht (op 13 juni -1,3° in Twente). Over de periode 1971-2000 lag de eerste datum gemiddeld op 22 september, tegenwoordig is dat 28 september. September was een droge maand, al viel er op de 29e 5 tot 25 mm, in De Bilt 14 mm. Op 10 september een dag minimumrecord. September had geen zonloze dagen, normaal is 2.

Strand Zandvoort 26-9-2021 om 19.00 uur
Een warme dag: nog 20° om 18.00 uur aan zee

De gegevens van de maand september 
Temperatuur: 15,93°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 14,45° om 14,70°. De hoogste temperatuur in De Bilt was op 8 september: 26,9°.
Normaal gesproken zorgt Nieuw-Beerta voor de laagste maxima in de winter, maar over de KNMI stations was ze nu ook het warmste in september met 28,5° (en zelfs ook het warmste over juli en augustus).
Neerslag: slechts 27,8 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 78,1 om 77,9 mm. Gemiddeld over het land viel 29 mm (over de hoofdstations 25 mm) , tegenover 74 om 74 mm normaal.
De zonneschijn bedroeg 178,2 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 138,3 om 152,8 uur. Gemiddeld over het land waren dat 178 zonuren, tegenover 143 om 158 uur normaal.
Het aantal warme dagen: 22. De norm van 1990: 9,1, die van 2000: 9,7, die van 2010: 10,3 en die van 2020: 11,7.
Het aantal zomerse dagen: 3. De norm van 1990: 1,0, die van 2000: 0,9, die van 2010: 1,7 en die van 2020: 2,1.

 

Oktober 2021: vrij zacht en nat in grote delen van het land, Barendrecht kreeg ‘eigen storm’
Na 3 dagen viel er al meer dan in september. Op de 2e viel langs de kustprovincies 10 à 15 mm en op de 3e viel over een strook over Brabant tot Drenthe viel plaatselijk meer dan 25 mm, De Bilt kwam aan 21 mm, welke de hoogste dagwaarde is over 2021. Opvallend was dat in Cabauw (ongeveer op grens tussen Zuid-Holland en Utrecht) over deze 2 dagen slechts 4 mm. Op de 2e was het er zelfs droog. Op 6 oktober viel er in het midden van het land, in het gebied tussen Voorschoten en Herwijnen, plaatselijk meer dan 30 mm. De Bilt kwam aan 25 mm, een nieuw dagrecord voor 2021. Vanaf de 7e tot de 10e was het een aantal dagen fraai weer al was er plaatselijk mist in de ochtend met lage temperaturen, vooral op de 10e. Eelde noteerde 0,9° en op 10 cm boven de grond -2,1° in Hupsel.
Daarna volgde er een overwegend rustig weekje met af en toe een bui of enige regen en dan weer zon met gematigde temperaturen, waarna het vanaf 18 oktober natter werd, maar ook zachter. Op 16 oktober vroor het in delen van Limburg en Twente (-0,6°), en op de 19e in Zeeland/Zuid-Holland werd het plaatselijk 20°. Daarna koelde het flink af en stormde het op de 21e met windstoten tot ruim 100 km/uur in het zuidenwesten van het land. Er was in de nacht naar de 21e een windhoos/valwind/zeer kleine tornado in Barendrecht. Wat het ook was, in enkele straten waaiden bijvoorbeeld schuren geheel kapot/weg. Ondertussen was de maand al heel nat, vooral in Noord- & Zuid-Holland, in grote delen viel al meer dan 140 mm neerslag tot 21 oktober, terwijl er in Limburg pas 30 tot 50 mm viel. Op de 23e werd de eerste zonloze dag van oktober geregistreerd in De Bilt, normaal is 4. In de laatste week van oktober steeg de temperatuur, na een dip, opnieuw tot 18°. Wel waren er nog 2 zonloze dagen. November zou direct bij de start een stuk frisser zijn.

Het overlijden van Geert Jan – zie webpagina:  Geert Jan van Oldenborgh
Op 25 oktober kwam het Klimaatsignaal’21 van het KNMI uit (over de klimaatscenario’s), dit met een presentatie, waarbij Geert Jan nog apart genoemd werd. 

De gegevens van de maand Oktober 
Temperatuur: 11,61°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 10,72 om 10,92°.
Neerslag: 144,7 mm (landelijk 120 mm, over de hoofdstations 100 mm, Maastricht kwam maar aan 35 mm), tegenover de norm van 2010 en 2020: 82,8 om 81,1 mm. De landelijke norm van 2010 en 2020: 79 om 77 mm. In Noord- en Zuid-Holland viel plaatselijk meer dan 170 mm.
Zonneschijn: 122,3 uur (over het land gemiddeld 124 uur, over de hoofdstations 124 uur), tegenover de norm van 2010 en 2020: 112,9 om 119,4 uur. De landelijke norm van 2010 en 2020: 113 om 120 uur. De eerste 10 dagen scheen de zon 54 uur en over de eerste 6 dagen was de neerslaghoeveelheid 65 mm.

November 2021: weinig wind, op sommige plaatsen vrij droog, niet in De Bilt
De start een beetje fris met overwegend niet veel wind, maar het was niet koud, al voelde het wel zo aan na de zachte eind van oktober. In Woensdrecht kwam de temperatuur van 2 tot en met 4 november drie nachten onder het vriespunt, in de rest van het land lag de temperatuur er ’s nachts een of enkele graden boven.
Over het algemeen stond er sowieso weinig wind in de maand, na 17 november stond ze in de top 10 maanden met de minste wind. Ook in de rest van de maand stond er overwegend weinig wind. Na de 24e was de gemiddelde windkracht nog geen 2,7 m/s (top 4), de normaal is 3,5 m/s. Ook in de winter van 1962/63 was er in november weinig wind met ook relatief veel mist.
Tijdens opklaringen in het zuidoosten van het land kwam het op 10 t/m 12 november tot nachtvorst in Limburg, tot ongeveer -2°, terwijl in de meeste andere delen van het land de minima tussen 5° en 10° lagen. Op 15 en 16 november was het kil weer, zonder zon, op de 16e was het rond 5°. Daarna werd het tijdelijk zachter, tot ongeveer 13°, waarna het vanaf de 22e koeler werd, mogelijk fris. De eerste vorstdag was op 22 november met -0,8° in De bilt (Eelde noteerde -3,2°) bij weinig wind. In het Zuidoosten waren er 4 vorstdagen op rij (in Maastricht voorlopig van 22 tot 25 november met minima tussen -0,9 en -2,3°), omdat het daar opklaarde terwijl de rest van het land onder laaghangende bewolking vertoefde. Op 27 november stroomde koude lucht ons land binnen, met als gevolg tijdelijke sneeuwval in de ochtend in het zuiden en midden van het land. Het bleef daar plaatselijk even liggen, mede omdat de temperatuur in Brabant lager uitviel. Woensdrecht kwam zelfs aan -4,2°, De Bilt aan +2,5°. In De Bilt viel ‘doodleuk’ 18 mm regen.

De gegevens van de maand november 
Temperatuur: 7,38°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 6,73° om 7,04°.
Neerslag: 76,5 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 80 om 79,6 mm. Landelijk viel ongeveer 58 mm. De landelijke norm van 2010 en 2020: 76 om 75 mm.
Zonneschijn: 58,4 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 63 om 67,4 uur. Landelijk scheen de zon ongeveer 68 uur. De landelijke norm van 2010 en 2020: 63 om 70 uur.
Er waren 9 zonloze dagen in De Bilt (3 op rij van 14 tot 16 november). De normaal voor de norm van 2020 is 8,2 zonloze dagen.
Vorstdagen: 2.
De 30 jarige norm van 2000 om 2010: 6,4 om 5,5. De normaal van 2020: 4,7.
IJsdagen: 0. De 30 jarige norm van 2000 om 2010: 0,43 om 0,47 ijsdag. De normaal van 2020: 0,37.
KNMI: MOW overzicht november

December 2021: begin nat en zacht – Reinier Paping overlijdt – eind december record zacht
December 2021 zou vooraf mogelijk een vergelijk gaan vertonen met december 1962. Dat gebeurde niet, maar in deze maand overleed wel Reinier Paping (18 februari 1931 – 20 december 2021) , de schaatser die de tocht de tochten, de barre Elfstedentocht van 1963, won.
De maand startte aan de frisse kant vanaf de 2e met plaatselijk een winterse bui en nachtvorst. Het is momenteel wit en koud in Scandinavië en en valt nog meer sneeuw. De laatste kaarten geven voor ons zachter weer aan, en dat de vorst boven Scandinavië af gaat nemen vanaf volgend weekend. Voorlopig was het vooral aan de natte kant waarbij in de nacht van de 7e (meest in het Noordoosten en oosten van het land) in de late avond en nacht natte sneeuw viel die plaatselijk even bleef liggen. Vanaf de 11e werd het zachter, maar niet voordat er overdag op de 10e in Zeeland (Vlissingen) sneeuw viel door een stagnerend front dat net boven zeeland bleef hangen. De sneeuw bleef op auto’s, gras en daken liggen bij temperaturen van iets boven 0°, in de rest van het land was het rond 4°. In de nacht van de 11e dook de temperatuur snel onder nul in noordoosten van het land, later ook in het midden en oosten. Code oranje: door plaatselijk lichte regen, vooral op het zuidelijke deel van de Veluwe en in de omgeving van Arnhem-Doetinchem, werd het plaatselijk verraderlijk glad door ijzel (regen op bevroren ondergrond). Vanaf de 12e werd het zacht en was het veelal bewolkt, maar droog. De zon scheen nauwelijks. Door een hoog ( op de 17e was de luchtdruk in Nederland boven de 1040hPa) dat langzaam opbouwde en vanuit Midden-Europa naar de UK trok was er weinig wind waarbij de zon de laaghangende bewolking niet kon oplossen. De tweede keer dat er enige sneeuw viel was in de ochtend van 23 december in het noorden en de derde keer was in de ochtend van de 27e in het noordoosten van het land.
Vanaf 20 december werd het frisser door wind uit noordelijke / oostelijke richtingen. Het vroor een paar nachten vrij aardig, De Bilt kwam aan -6,1° op de 22e. Op de 22e werd een ijsdag genoteerd in Noordoost-Nederland. De Bilt kwam er net niet aan, want het werd 0,0°, dus geen ijsdag. De dag voor de Kerst was het zacht, met de Kerst was het tijdelijk koud, vooral in Noord-Nederland, met 2 ijsdagen. Nieuw-Beerta noteerde -8,7° op 26 december bij een koude oosten wind. Na de Kerst tot aan oud en nieuw was het zacht tot zeer zacht. Op 30 december was er een dagrecord met 13,9° (Eindhoven 15,5°, het oude record was van 1925). Het etmaal gemiddelde was 12,7°, de normaal, de norm van 2020 voor 30 december is 3,5°. De norm was in 2010 3,0°. Op 31 december was ook een dagrecord met 14,4° (Westdorpe 14,6°). Ook in o.a. Engeland en België (Ukkel) werden dagrecords gebroken.  

De gegevens van de maand december 
Temperatuur: 5,39°, tegenover de norm van 2010 en 2020: 3,7° om 4,23°.
Neerslag: 54,8 mm, tegenover de norm van 2010 en 2020: 76 om 83,8 mm. Het gemiddelde over het land viel 58 mm, tegenover 76 om 77 mm normaal.

De zonneschijn: 50,3 uur, tegenover de norm van 2010 en 2020: 49 om 55,5 uur. De zon scheen deze maand gemiddeld over het land circa 50 uur, terwijl het langjarig gemiddelde 49 om 58 uur is.
December had 15 zonloze dagen. De normaal van 2010: 13 zonloze dagen, de normaal voor 2020: 11,4.
Vorstdagen: 9. De 30 jarige norm van 2000 om 2010: 11,8 om 13,0 vorstdagen. De normaal van 2020: 11,2 dagen. De laagste temperatuur in december was met -8,7° in Nieuw-Beerta.
IJsdagen: 0. De 30 jarige norm van 2000 om 2010: 1,9 om 2,4 ijsdagen. De normaal van 2020: 1,8 dagen.

KNMI: cijfers over december 2021

Summary
Opvallend over de jaren vanaf 1901 valt op dat 14 jaren uit deze eeuw (vanaf 2001) in de top 20 warmste staan en 17 in de top 25.
In 2021 liet de zon zich iets vaker zien dan normaal, met landelijk gemiddeld 1799 uur tegen 1774 normaal. Februari en juni waren zonnig. Januari en augustus waren sombere maanden. Het minst zonnig was het in het oosten met in Twente 1656 uur zon. Aan de kust was het het zonnigst: in Vlissingen scheen de zon 1946 uur.
Met landelijk gemiddeld 796 mm viel in 2021 vrijwel de normale hoeveelheid neerslag. Normaal valt over het land gemiddeld 795 mm. In het midden en in Flevoland was het plaatselijk duidelijk droger dan normaal. Het droogste KNMI-station was Herwijnen met 688 mm. In het zuiden van Limburg en het noordwesten van het land was het natter dan normaal. Het natste KNMI station was Wijk aan Zee met 938 mm. Februari, november en vooral september waren droge maanden. Juni was nat met de nodige zware onweersbuien. In juli viel vooral de extreme hoeveelheid regen in het zuiden van Limburg rond het midden van de maand op. Eind augustus viel er in Friesland veel regen.

Extremen Nederland Gegevens van het KNMI over 2021:

Naar KNMI jaaroverzicht over : 2021
Zonuren per jaar: de trend
Zomeroverzicht: de zomermaanden
Jaaroverzichten: Jaaroverzichten

De gegevens / bronnen (van o.a. station De Bilt – KNMI):
Van o.a. het KNMI, KMI, Wetteronline, Wetterzentrale, weerstatistieken.nl, weergegevens.nl, Weerplaza, The Met. Office & Michael Schaap.
Dank o.a. aan Jan Visser en Harry Geurts voor enige achtergrond informatie en cijfers.